In gesprek met Aline de Wit van VVAC

0
217

Aline de Wit (52) is een sportverzorger en sportmasseur. Aline is nu sinds een half jaar ook sportverzorger bij VVAC. Ze is getrouwd en heeft in totaal 3 kinderen en 2 kleinkinderen. In de ochtend werkt ze in de thuiszorg en s ’avonds werkt ze als sportmasseur in haar eigen praktijk genaamd Massage Molenlanden.

Sport-centrum-dordrecht_internetbalk_2020

Aline was eigenlijk nooit van plan om bij een voetbalclub aan de slag te gaan. “Het was eigenlijk nooit mijn ambitie om sportverzorger bij een voetbalclub te worden. Ik ben nu ongeveer zeven jaar masseur en ben twee jaar geleden de opleiding Sportmasseur gaan volgen. Gewoon omdat ik het een verrijking vind qua kennis en technieken. In mijn massagepraktijk komen vooral mensen met werk gerelateerde klachten, zoals pijnlijke onderrug of stijve nekken. Een half jaar geleden werd ik benaderd door iemand van VVAC. De huidige sportverzorger ging ver weg verhuizen en ze zochten dus een nieuwe. Nu was ik in eerste instantie niet van plan om in de kou en regen op zaterdagmiddag langs de lijn te gaan zitten terwijl ik ook nog eens helemaal niet van voetbal houd. Uit het gesprek bleek dat ze iemand zochten voor de dinsdagavonden. De eerste trainingsavond na de wedstrijd. Als er dan nog blessure leed is kunnen ze bij mij terecht. En sommige worden preventief getapet omdat ze een zwakke enkel hebben bijvoorbeeld. Dat vond ik zeker leuk. De meeste jongens van het team kende ik al. Allemaal leuke no-nonsens jongens, en hier uit de dorpjes. Qua Leeftijd zouden ze allemaal mijn kinderen kunnen zijn”.

Aline is van mening dat de jongens van VVAC het verdienen om veel punten te pakken dit seizoen. “Het is een super enthousiast en gemotiveerd team. Het zijn ook allemaal vrienden van elkaar. Helaas waren er een aantal spelers geblesseerd, maar ondanks dat heb ik het team keihard zien werken op het veld. Helaas is dat harde werken nog niet te zien aan de punten want we staan helemaal onderaan in de competitie. Ik hoop dat er weer snel gevoetbald mag worden, en het harde werken dan eens beloond wordt met punten. Want dat verdienen ze wel. Ik heb nooit iets uitgestippeld, maar op de een of andere manier komt er steeds weer iets leuks en onverwachts op mijn pad, zoals nu VVAC. En ik sta daar dan ook wel weer voor open. Verder wil ik gewoon heel veel leren, en dat doe je door ervaring op te doen”.

Sportverzorgers krijgen vaak te maken met vervelende blessures, maar Aline doet er alles aan om de jongens te helpen. “Als sportverzorger zijn het hoogtepunten als een wedstrijd verloopt zonder blessures. Iemand anders zit langs de lijn te kijken naar een goeie voorzet, een mooi doelpunt of een goede redding van de keeper. Ik kijk of ze geen schop tegen de schenen krijgen, of kramp, of een kopstoot, en hoop dan ze zonder al te veel ‘kleerscheuren’ van het veld komen. Ik vind het ook fijn als iemand ná een eerdere blessure weer mee kan spelen. Ik hou ze dan even extra in het oog”.

Bij VVAC merken ze dat de motivatie steeds minder word. Dit komt natuurlijk doordat er minder gevoetbald kan worden door corona. “Ik vind het echt rot als een speler  niet mee kan doen vanwege een scheurtje in de hamstring, of schade aan een knieband. Je weet dat het genezingsproces gewoon tijd gaat kosten. Soms veel tijd. Ze horen nog bij het team, maar zitten dan tijdens de wedstrijden helaas aan de kant. Je ziet ze soms balen omdat ze zelf zo graag hadden willen spelen. En nu dan ook nog eens corona. Steeds brokkelde er iets af. Eerst met publiek spelen, toen zonder. Toen nog alleen trainen, vervolgens met vier man trainen. Dan nog met twee man en nu helemaal niet meer. Dan zie je ook de motivatie verdwijnen. De jongens hebben gewoon de spanning van de wedstrijd nodig om goed te kunnen presteren en plezier uit het spelletje te halen”.

Aline hoopt zo positief mogelijk te zijn bij VVAC. “Een aantal spelers zitten rond zo’n wedstrijd vol met adrenaline. Als je bokser bent is dat prima, maar als voetballer kan dat je behoorlijk in de weg zitten. Daar wil ik de jongens ook mee leren omgaan. Daarnaast ben ik een soort moederlijk figuur die ze zo positief mogelijk wil benaderen. Ik ben van de jongens gaan houden en weet wat de kracht van positiviteit kan zijn. Als je in jezelf gelooft kom je veel verder. De hele club straalt gezelligheid uit. Het is een soort familie waar mensen er altijd voor elkaar zijn. Ik waardeer het als Ina mij een kopje koffie komt brengen, als Theo, de leider van het team, vraagt hoe het gaat, Kees een trainingspak voor me heeft geregeld, of als Sjaak de verzorgingsruimte heeft schoongemaakt”.

Ondanks dat ze niet echt van voetbal houdt, voelt ze toch de fijne sfeer bij de club. “Ik ben eigenlijk helemaal geen voetbal liefhebber, maar nu ik meedraai met dit team, voel ik de fijne sfeer van de club, en betrap ik mijzelf er op dat ik zelfs de voetbalverslagen in de krant ga lezen. Ik ga het een beetje begrijpen dat mensen graag naar hun cluppie gaan, en dat gaat veel verder dan het potje voetbal. Het is het praatje, het kopje koffie de kantine, de vele vrijwilligers die een invulling aan hun leven geven. Dat ik nu sportverzorger ben is voor mij gezelligheid, maar ook een enorm leerproces. Tijdens de opleiding oefen je op gezonde personen en heb je nooit in het echt een schouder uit de kom, of een gescheurde knieband gezien. Nu kom je dingen in het echt tegen, je gaat er over lezen, zoekt filmpjes op om er zo veel mogelijk van af te weten zodat je een zo goed mogelijk advies kan geven. Dit allemaal wel binnen je eigen discipline, want ik ben nu eenmaal geen dokter, fysiotherapeut of röntgenapparaat. Gelukkig is er nog een sportverzorger die al jaren ervaring heeft en altijd mee gaat naar de wedstrijden. Met hem kan ik altijd overleggen en ervaringen uit wisselen en dat is fijn”.

Klik voor meer informatie over VVAC hier
Voor meer artikelen van VVAC klik hier