‘DEVO moet op lange termijn een stabiele vierdeklasser worden’

0
231

Hans Vos is pas bezig aan zijn eerste seizoen als hoofdtrainer van DEVO en heeft nu al een sterke band met de club. In de eerste plaats omdat hij zich op zijn gemak voelt bij de dorpsvereniging en het helpt ook dat zijn vriendin er vrijwilligster is en haar zoon onderdeel uitmaakt van zijn elftal.

Het clubgebouw van DEVO is vrij uniek, zo blijkt tijdens een bezoekje aan Bosschenhoofd. De kleedkamers van het pand zijn spiksplinternieuw, de kantine herbergt juist de authentieke, ouderwetse voetbalsfeer en die ruimte grenst weer aan een overdekt terras, een redelijk abstracte bestuurskamer én een klein hokje dat Hans Vos heeft omgedoopt tot een heus voetbalhonk. Die laatstgenoemde ruimte is deze zaterdag volgehangen met flipovers vol tactische plannen en op een tafeltje ligt een lange lijst met daarop de namen van alle 23 selectiespelers. Achter elke naam heeft de kersverse hoofdtrainer in steekwoorden diens sterke kwaliteiten benoemd. “Ik ben een positieve trainer en wil dat graag uitstralen naar de jongens toe”, legt Vos uit. “We hebben bovendien iedereen nodig en vormen echt één selectie.”

De vijfde klasse is het laagste amateurniveau voor eerste elftallen en deze competitie wordt soms ietwat nederig bestempeld als ‘de kelderklasse’. Van de laatste vijftien seizoenen speelde DEVO er maar liefst veertien in de vijfde klasse, alleen in het seizoen 2016/2017 acteerden de zwart-gelen een niveautje hoger. Als het aan de nieuwe trainer Hans Vos ligt, is het de hoogste tijd dat Door Enige Vrienden Opgericht stappen gaat maken. “Want er zijn veel talenten bij deze club, die dit seizoen in een speciaal ‘Onder 23 team’ uitkomen in een kleine competitie. Als we deze jongens voor de vereniging willen behouden, dan helpt het als het eerste op een hoger niveau speelt dan dat het nu doet”, zo legt de Roosendaler uit. “We hebben ook nu al een goede groep, maar ik wil niet te hard van stapel lopen door te zeggen dat wij kampioen gaan worden. Daarvoor voetballen we nog veel te wisselvallig.”

De in Sint Willebrord woonachtige Roosendaler loopt al zeventien jaar mee in de voetbalwereld. Vos was coach bij onder meer Noordhoek, WVV’67, DIVO, NSV (maar liefst zeven jaar) én liep ooit stage bij RBC Roosendaal, waar hij veel oppikte van Robert Molenaar en Eric Hellemons. “Ik krijg nog kippenvel van die tijd, vond het daar fantastisch”, zo zegt Vos. Het voetbaldier koestert nog altijd erg veel liefde voor het trainersvak, net als overigens voor Marion Janssens, zijn vriendin die tijdens het interview de kantine van DEVO draaiende houdt. “Ja, hierdoor waren de lijntjes met de club natuurlijk wel kort”, zo knipoogt Vos. “Ik wist onder meer via Marion dat DEVO een fijne club is en de gesprekken met het bestuur verliepen erg goed. Ik heb het tot nu toe ook uitstekend naar mijn zin.”

Als trainer van het eerste team heeft Vos onder meer Roy Schrauwen onder zijn hoede, de 21-jarige zoon van Janssens. Hoe is dat voor Vos? “Het is een leuke bijkomstigheid dat ik nu de trainer van Roy ben en thuis praat ik heel veel met hem over voetbal. Maar bij DEVO is hij gewoon een van de vele spelers die onderdeel uitmaakt van een plan”, zegt de ambitieuze oefenmeester. “Op lange termijn willen we met deze club namelijk een stabiele vierdeklasser worden en het zou mooi zijn als we op kortere termijn kunnen promoveren.”