Ze zijn alle vier rond de 70, verknocht aan de club en ook nog eens behoorlijk handig. Het is dan ook niet voor niets dat Cees Mertens, Fons van Dijck, Pieter Oostvogels en Jac van Oijen al jaren de handen uit de mouwen steken om van VV Achtmaal een nog mooiere club te maken.
Het is inmiddels een soort traditie geworden, de maandagmorgen op het sportpark van Achtmaal. Half negen beginnen, tien uur aan een bakje koffie. Met zijn vieren: een goed gezelschap, zoals ze het zelf zeggen. Een gezelschap dat al jaren een sterke band heeft met de club, vertelt Jac. “De meesten van ons zijn al jaren lid of hebben hier kinderen en kleinkinderen lopen. Dan krijg je vanzelf een hechte band. Ik kom hier ook al sinds mijn jeugd.”
Gezelligheid
Sinds de oprichting in 1962, spelen vrijwilligers natuurlijk een grote rol. Een aantal jaar geleden nam dit viertal het stokje over van hun voorgangers, Cees weet nog goed hoe hij erin is gerold. Heel logisch ook eigenlijk, vindt hij. “Als je stopt met voetballen, ga je helpen. In 1994 ben ik opnieuw lid geworden, later heb ik geholpen met de opbouw van de kantine en heb ik nog jaren in het bestuur gezeten. Zo werkt dat hier.” En ook voor Fons was er geen ontkomen aan. “Op maandagmorgen kwam ik met mijn kleinzoon op de club, die wilde voetballen. Willem Vissers was aan het werk, die zei: Fons, jij gaat mij helpen.” En zo geschiedde. En dus zijn ze op maandag en vrijdag bezig met allerlei soorten klusjes, ongeveer alles doen ze of hebben ze gedaan. “Dug-outs plaatsen, lijnen trekken, netten ophangen, kleedkamers schoonmaken of de boel schilderen. Alles eigenlijk.” Recent hielpen ze mee aan de grotere projecten, legt Jac uit. “Het bouwen van de tribune, plaatsen van lichtmasten of het leggen van zonnepanelen.” Maar bovenal is het natuurlijk vooral een en al gezelligheid, vindt ook Fons. “Je hebt weer iets om naar uit te kijken, hè? Het zijn ook geen vervelende dingen om te doen, misschien het poetsen van de wc’s, maar dat hoort er ook bij!” Ook Pieter heeft zijn plezier bij de club weer helemaal hervonden, nadat hij het een tijdje kwijt is geweest. “Ik heb er altijd gevoetbald, in ’65 zelfs in het eerste jeugdelftal van de club. Tot twintig jaar geleden ben ik eigenlijk altijd betrokken gebleven.”
Saamhorigheid
Zo was hij wedstrijdsecretaris, zeventien jaar lang leider en grensrechter bij het eerste, maar toen bekoelde de liefde. “Als je ‘het beu bent’, moet je eigenlijk stoppen. Maar als er geen opvolger is, blijf je het doen, op een gegeven moment kon ik gewoon echt niet meer naar de voetbal.” Jarenlang kwam hij er niet, tot hij de mannen van ‘vroeger’ weer sprak. “Dan kom je toch weer terug. Nu heb ik er ook weer plezier in. De saamhorigheid, oude verhalen, het is heerlijk. Hier liggen onze ‘roots’.” Toch springen niet al hun werkzaamheden meteen in het oog. “We hebben laatst de voegrandjes van de douches schoongemaakt, dat was echt een monnikenwerk, maar toen zei ik nog: ik denk niet dat er iemand is die ziet dat het gebeurd is. Maar het is voor de hygiëne wel heel belangrijk.” Toch voelen ze de waardering. “Over het algemeen, als andere clubs hier komen, krijgen we de complimenten dat het er zo netjes uitziet. Daar doe je het voor”, aldus Jac. Dat hopen ze komend seizoen opnieuw aan iedereen te mogen laten zien, om te beginnen tijdens het jaarlijkse Sandraudiga toernooi. “Het zou afgelopen jaar al bij ons zijn, maar dat ging natuurlijk niet door. Hopelijk nu wel, met supporters, dan kunnen ze allemaal zien hoe mooi de club is.” En dat allemaal door de saamhorigheid, want dat kennen ze wel in het dorp. “Mensen staan voor elkaar klaar, een levendige gemeenschap met actieve vrijwilligers, dat merk je bij de club!”
Klik hier voor meer informatie over VV Achtmaal
Lees hier meer artikelen over VV Achtmaal