De onmisbare krachten achter de schermen van VV Zundert

0
132

Ze zijn onmisbaar voor elke voetbalvereniging: de klussers. Ook VV Zundert is blij met de mannen die op maandag en vrijdag de velden bijhouden, het hele complex schoonmaken en het grootste deel van het onderhoud verrichten. “Anders konden we de boel hier wel sluiten.”

Charles van Elsacker veegt nog even wat zand bij elkaar, voor hij tijd maakt voor een vraaggesprek. Het 68-jarige bestuurslid van VV Zundert is verantwoordelijk voor de accommodatie en geeft leiding aan een groep van zo’n vijftien à twintig vrijwilligers, die op maandag en vrijdag hun handen uit de mouwen steken op het sportpark De Wildert. Het grootste deel van de klusploeg bestaat uit gepensioneerde mannen, maar er zitten ook vrijwilligers tussen die hun ene vrije dag in de week opofferen voor de club. “De werving gaat als volgt. Wij vragen aan iemand: ‘Hedde gij morgen wat te doen?’ Als daar geen goed antwoord op volgt, zeggen we: ‘Dan kunde prima komen helpen’”, legt Van Elsacker in onvervalst Brabants uit.

“Deze klusploeg bestaat al heel lang. Ons oudste lid werd in 1989 actief, toen bestond de klusploeg dus al. We hebben alleen steeds meer medewerkers, dat is ook nodig want de vereniging is flink gegroeid. Wij doen van alles: heel de kantine, de bestuurskamer, het jeugdhonk en de kleedlokalen schoonmaken, we lopen de velden na, stoppen de gaten in de grasmat dicht, trekken de lijnen, onderhouden de tribunes en de omgeving en verrichten het nodige timmerwerk. We laten niets doen door externe partijen, daar hebben we het geld niet voor.” Van Elsacker ziet dat hun werk belangrijk is voor de club. “Zonder ons zouden ze de boel wel kunnen sluiten.”

Zo is het elke maandag- en vrijdagochtend een drukke boel op het sportpark van VV Zundert. De meeste leden van de klusploeg hebben een echt rood-zwart hart, zijn van kinds af aan al lid van de club en hebben er zelf lang gevoetbald. Zij vinden het vooral ook gezellig om met z’n allen twee dagen in de week wat te klussen. “We werken een uurtje, dan drinken we koffie, vervolgens werken we weer een paar uur en drinken we weer een bak koffie. Dat gaat gepaard met de nodige humor, daar moet je wel tegen kunnen. Als je hier maandagochtend om half 10 binnenloopt, kun jij niet volgen hoe iedereen elkaar voor de gek houdt.” Een vrijwilliger die net is aangeschoven beaamt dat: “Daar moet je wel tegen kunnen, anders zit je zo bovenop het dak.” Weer een ander: “Ja, jij zit nooit in de kast, maar er wel vaak op!”

Het klussen moet dan ook een gezellige bezigheid blijven, want de continuïteit van dit groepje vrijwilligers is van groot belang. “We werken ook echt wel door hoor, maar je zult ons niet met het zweet op de rug naar huis zien gaan, haha.”