Het is tijd voor iemand anders. Wie dat gaat worden is nog niet bekend. Maar voor Hoppen is het mooi geweest, al blijft zijn Beek Vooruit-hart kloppen en zal hij nog vaak genoeg te zien zijn op Sportpark De Heikant.
PRINSENBEEK – “Ik blijf op zondag gastheer. En ik ga wel achter de bar staan. Ik ga ook op zondag plaatjes draaien voor iedereen. Dat vind ik leuk”, zegt Hoppen in de bestuurskamer van Beek Vooruit. “Mijn zoon is professioneel DJ, het zit een beetje in de familie. Plaatjes draaien is het leukste wat er is. Dat soort dingen blijf ik gewoon doen. En het eerste elftal is voor mij ook wel mijn eerste elftal, zo voelt dat. Ik ben supporter van die gasten. En gelukkig veel andere mensen op zondag ook nog steeds. Maar ik ben ook supporter van zaterdag 2, het G-team vind ik geweldig en het is ook leuk om een keer naar bijvoorbeeld het twaalfde of veertiende te kijken op zondag, dat zijn ook echte Beek Vooruit-mensen. Natuurlijk ga ik het missen, maar wat ik niet mis is de verantwoordelijkheid. Ik heb mijn energie weer ergens anders nodig, dat is wat het is.”
In 2012 werd Hoppen voorzitter bij Beek Vooruit. Het ideale moment, want op dat moment had hij niets anders te doen omdat zijn bedrijf failliet was gegaan door de vastgoedcrisis. Ervaring met het leiden van bedrijven had hij meer dan genoeg, maar een voetbalclub bleek toch anders te zijn. “Ja, echt een wereld van verschil. Ik moest in het begin echt even wennen. Je bent als voorzitter ook helemaal niet de baas, dat zijn de leden. Ik heb daar wel veel van geleerd, voor mijn eigen ontwikkeling is het goed geweest. Eigenlijk is het een pleidooi voor ondernemers, je kunt nog heel veel leren van vrijwilligersklussen. Maar dan moet je het wel lang doen en niet bij een eerste tegenslag afhaken.”
Als ‘allochtone Beekenaar’ was de start van Hoppen ook niet de meest makkelijke. “Ik kom uit Breda. André is het geweten van de club, tachtig plus en hij staat nog steeds achter de bar. Ik stelde me voor en hij zei: ‘Ik ga jou eens even goed bekijken Hoppen. Ik vertrouw jou niet, je komt uit Breda’. Zo werkt het hier wel. Het duurt drie jaar voor je vertrouwen hebt van iemand, maar dan is het ook wel onvoorwaardelijk.”
“In het begin was iedereen benieuwd naar die rare snoeshaan. Ik was ook wel ambitieus, dat zorgde ook voor weerstand. Dat snap ik ook wel. Toch klikte het uiteindelijk goed en werden er bij Beek Vooruit grote stappen gezet. Niet alleen bij de selectieteams, maar binnen de hele club. “Iedereen kan zijn plek vinden. Of je nu lekker wil ballen en in de JO8-4 speelt of je voetbalt in de JO8-1. Het niveau wordt voor gezorgd.”
Het is meteen ook een belangrijk punt voor de toekomst. “Er wordt financieel steeds meer gevraagd van clubs. Dan zie je de contributies stijgen. Daar zijn wij altijd heel erg op tegen. Je moet altijd proberen de contributie zo laag mogelijk te houden, zodat je een vereniging blijft. Anders heb je klanten, dat moet je niet willen. Maar de breedtesport functioneert alleen maar met ook een goede opleiding. Alle verenigingen hebben moeite om überhaupt trainers te faciliteren. En die heb je nodig. Als je gaat turnen heb je ook een professioneel trainer. Dat vinden ze daar normaal, bij voetbal vinden we dat niet normaal. Maar het hoort wel bij de toekomst van het voetbal, ook in de regio. Wat mij betreft zou de stad niet zoveel geld uit moeten geven aan grote evenementen op sportgebied, maar meer en beter in moeten zetten op de breedtesport.”
Hoppen kijkt terug op mooie jaren. Al pratend komen herinneringen boven. Maar heel eerlijk geeft hij toe. “Ik heb ook moeilijke dingen meegemaakt. Dat een leider foto’s maakt van kinderen onder de douche. Dat is heftig, dat is echt een drama.” En van een andere orde is het werken met vrijwilligers ook niet altijd fijn. “In een dorp heb je een mechanisme om mensen die vrijwilligerswerk doen op hun plek te laten zien, ook al functioneren ze niet. Maar die houden dan wel een vereniging tegen. Daar moet je heel voorzichtig mee omgaan, maar ik ben wel een bestuurder die ingrijpt. Mensen zeggen dan dat je ‘te hard’ bent, maar het hoort wel bij zo’n club. Als je duizend voetballers hebt, ben je eigenlijk een bedrijf. En dat kost ook veel energie. Op een gegeven moment is je tijd voorbij. Dat voelde ik aankomen, je moet ook geen meubelstuk worden.”
Hoppen is geen meubelstuk geworden, maar wel een vast onderdeel van Beek Vooruit. Dat zal niet veranderen. “Ik wil blijven helpen. En ik wil als oud-voorzitter ook meekijken, zonder dat ik op de stoel van iemand anders ga zitten. Daar heb ik zelf ook een ongelofelijke hekel aan. Maar dit is het mooiste clubje van Nederland, voor mij dan. Vanaf mijn geboorte ben ik een echte NAC-supporter. Maar als ik nu moet kiezen tussen een wedstrijd van NAC of Beek Vooruit, ga ik naar Beek Vooruit. De club zit nu dichter in mijn hart dan NAC. Dat heeft ook wel te maken met hoe NAC nu in elkaar zit, hopelijk gaat dat veranderen.”
De voorzitter, die door te stoppen tijd vrijmaakt om bij zijn goedlopende bedrijven te werken, heeft nog één project waar hij ook bij betrokken blijft. “Toen ik begon was Beek Vooruit een vierdeklasser, inmiddels zijn we een stabiele tweedeklasser. Het was de ambitie om bij de beste tien procent van de amateurverenigingen van Nederland te komen. Dat is gelukt. De velden zijn aangepast, we hebben inmiddels meerdere kunstgrasvelden. Het enige dat achterblijft is de accommodatie.” Dat is dus het laatste puntje op de ‘ToDo-list’ van Hoppen, het aanpakken van de kleedkamers, kantine en tribune. “Als dat klaar is, is Beek Vooruit klaar voor de toekomst. Dat laatste stukje van de accommodatie blijf ik doen. En dan is het aan iemand anders om de nieuwe lijnen uit te zetten voor de komende tien jaar.”
Hoppen praat nog altijd vol enthousiasme over de ontwikkelingen die Beek Vooruit heeft doorgemaakt, over de ambities met het eerste elftal én de complete jeugdafdeling. Over de stappen die zijn gezet bij de meisjes, maar ook over de momenten dat hij ‘de beste voorzitter’ en ‘de slechte voorzitter ooit’ werd genoemd. In negen jaar vloog het alle kanten op, maar het heeft hem vooral ook veel gegeven. “Dat is ook wel de boodschap aan mensen die nadenken over een rol als bestuurder bij een voetbalclub. Je krijgt er iets voor terug. Wanneer weet ik niet, maar er komt een moment in je leven dat je denkt: daar heb ik veel van geleerd. Je leert ook veel mensen kennen. Nu denk ik vaak: doe je dat zo? En ik zie hoe simpel dingen kunnen gaan. Dat vind ik mooi. Het kost je energie, maar de investering kan je veel opleveren. Ik zou het iedereen gunnen.”
Voor meer artikelen over Beek Vooruit, klik hier.
Voor meer informatie over Beek Vooruit, klik hier.