In gesprek met Robert Bouman van Wilhemina’26

0
264

Wilhelmina’26 is thuis voor Robert Bouman. Vanaf zijn vijfde loopt hij al op sportpark De Ebbe rond en inmiddels is hij een ervaren kracht in het eerste elftal. De 27-jarige middenvelder vindt dat de tweedeklasser rijp is voor een stapje hogerop.

HappyPoint_desinfectie
Robert Bouman is een clubman pur sang. Nooit heeft hij gedacht aan een overstap, omdat hij het simpelweg veel te goed naar zijn zin heeft bij Wilhelmina’26. “Ik speel met sommige jongens al mijn hele leven. Je ziet ook dat spelers die van buitenaf komen lang bij Wilhelmina’26 blijven, omdat we een leuke combinatie hebben van voetballen op een aardig niveau en gezelligheid.” Dat hij op een paar honderd meter van het sportpark in Wijk en Aalburg woont, is ook niet verkeerd.

Toetje
Die goede sfeer brengt het eerste team van de club ver. Zo was Wilhelmina’26 vorig seizoen verwikkeld in een titelrace met Altena, toen het seizoen afgebroken werd. “Dat had ik niet verwacht. Ik dacht wel dat we mee zouden doen om de bovenste plekken, maar dit ging wel heel goed. Waar het door kwam? We spelen niet altijd het mooiste voetbal, maar zijn als team wel erg sterk. We hebben een ploeg die moeilijk te verslaan is, met een brede selectie.”

Het abrupte einde van het seizoen was dan ook een teleurstelling voor Bouman. “Tuurlijk zijn er belangrijkere dingen, maar als we puur naar het voetbal kijken, dan vond ik het hartstikke jammer. Er leek een mooi toetje in te zitten.”

Het voordeel is dat Wilhelmina’26 hongerig het nieuwe seizoen in gaat. “De selectie is weer wat breder geworden en iedereen is fit gebleven. Ik denk dat we mee gaan doen om promotie en wil in ieder geval een periodetitel pakken. We zijn de afgelopen jaren een stabiele tweedeklasser geworden, het is nu tijd voor de volgende stap.”

Box-to-box
Bouman zelf hoopt vooral dat hij zijn huidige rol nog lang kan invullen. “Ik ben een box-to-boxmiddenvelder. Ik help achterin om het dicht te houden, maar ga ook graag mee in de aanval. Ik ren de hele wedstrijd op en neer en dat vind ik heerlijk. Ik merk wel dat ik ouder word, heb er tegenwoordig een paar dagen last van als ik 90 minuten tot het gaatje ben gegaan.” Hij voelt zich niet geroepen om een coachende rol op zich te nemen. “Dat kunnen andere jongens beter, ik moet mijn zuurstof sparen om op en neer te rennen. Ik hoop daarnaast het goede voorbeeld te geven met mijn spel, door voorop te gaan in de strijd.”

De nacompetitie is dus sportief het doel voor Wilhelmina’26. “Maar ik zal vooral blij zijn als we het seizoen ‘gewoon’ af kunnen maken. Het is allemaal nog zo onzeker.”

Foto: Peter Verheijen Fotografie

Klik hier voor meer informatie over Wilhelmina’26
Klik hier voor meer artikelen over Wilhelmina’26