Hij noemt zichzelf vaak ‘de pionoloog’ van Verburch. Als hoofdtrainer John Zuijderwijk de selectie van de Poeldijkers toespreekt en de wedstrijd van zaterdag doorneemt, zet Rob Nordmann de pionnen klaar en de veldjes uit. “Dat hoort bij mijn taak.”
Met zijn eigen gekozen typering doet de 48-jarige stucadoor zichzelf ernstig tekort. “Ik doe natuurlijk wel wat meer”, brengt hijzelf even later al snel wat nuance aan. “Ik wil er vooral mee zeggen dat ik mijn plaats ken. Ik ondersteun John. Die weet dondersgoed wat hij van die jongens qua voetbal wil en verwacht. Ik vul hem daarbij aan waar mogelijk. Ik ben vooral zijn klankbord. Aan een ja-knikker alleen heeft hij niets. Aan de andere kant is het ook niet goed als je als assistent alleen maar dwarsligt. Ik denk wel dat ik weet wat er van mij verwacht wordt. Daarnaast klikken we als personen.”
Dat kan ook niet anders, want net als Zuijderwijk is Nordmann een echte clubman. Hij kon aardig voetballen. “Ik heb voornamelijk in het tweede gespeeld. Ik speelde daar in het centrum van de verdediging met Willem Grootscholten.”
Leeftijdsgenoot Zuijderwijk maakte in die periode furore in Verburch 1. “Hoe mooi is het dat twee clubmensen nu aan het roer staan bij Verburch? Mensen hebben het vaak over een dna van een club. Nou, dat is bij ons in goede handen. Wij bewaken die Verburch-cultuur.”
Nordmann trainde eerder het derde elftal van Verburch. “Een leuke groep gasten. De eerste helft was belangrijk, de tweede helft eveneens, maar dat gold ook voor de derde helft. Ik heb ze drie jaar getraind.”
Toen Nordmann door Zuiderwijk, die Dennis van der Steen opvolgde als hoofdtrainer, werd gevraagd om hem het avontuur aan te gaan, was hij meteen enthousiast. “Omdat met ik wist dat we zouden klikken. We hebben zeker niet dezelfde karakters. John is rustig en heeft een enorme voetbalkennis. Ik kan wat harder en directer uit de hoek komen. Dat is wel eens nodig. De ene speler moet je met de fluwelen handschoenen behandelen, de andere speler heeft juist baat bij een wat stevigere aanpak.” In dat proces speelt Nordmann een belangrijke rol. “Ik voel redelijk goed aan wanneer er teleurstelling of onrust is. Het team bestaat niet uit elf spelers. Nummers twaalf tot en met zestien, bij ons zeventien en achttien hebben vaak meer aandacht nodig: een luisterend oor, als het moet een arm op de schouder.”
Hij geniet ervan. “Dat groepsproces vind ik heel gaaf.” Dat en de ontwikkeling op voetbalgebied maakt Nordmann een trots Verburch-trainer. “Toen John en ik zijn begonnen waren er net zes, zeven basisspelers vertrokken. En dat waren zeker niet de minste spelers. De uitdaging zat hem ook in die nieuwe start. De eigen jeugd heeft de kans gekregen en gepakt. Inmiddels zijn we zo ver dat we meedoen om de prijzen.”
Zo greep Verburch begin maart net naast de tweede periodetitel. Er werd onnodig verloren van DWO met 1-0. Stikchagrijnig liep Nordmann niet rond bij Verburch. “Het heeft in mijn ogen helemaal geen zin om lang te treuren. Daar hebben de jongens ook niks aan. We worden stapje voor stapje beter, die prijs komt nog een keer. Als het niet vandaag is, dan morgen.”
Meer informatie over Verburch? Klik hier.
Klik hier voor de volledige krant van Westland.