Bloedserieus en -fanatiek waren ze bij de oprichting van hun team, de spelers van toen nog Naaldwijk 8, maar inmiddels Naaldwijk 5. “Trainen? Daar is een beetje de sleur ingekomen.”
Marien Looije, Wesley van Duffelen en Luuk van den Bos zijn alle drie 31 jaar en maken al sinds de vorming van het vriendenteam in het seizoen 2005/2006 deel uit van de ploeg. “Ik ben er wel een paar jaar tussenuit geweest omdat ik in het eerste speelde”, zegt Looije. “Ik miste echter al snel de gezelligheid.”
“De meeste jongens kennen elkaar van de jeugd van Naaldwijk”, vervolgt Van Duffelen. “In de A1 van destijds is toen het idee geboren om een eigen team te beginnen. Voor de meeste jongens hoefden het selectievoetbal niet.” Toch werd er in het begin fanatiek getraind. “In de eerste jaren kan ik me herinneren zelfs twee keer in de week. Ja, je bent jong en je gaat ervoor. Maar van lieverlee is dat een stukje minder geworden.” Looije: “Eigenlijk is sinds vorig seizoen de klad erin gekomen. We hebben heel lang volgehouden dat we er op donderdag altijd waren en op dinsdag met een kleiner groepje wat deden. Vorig seizoen komt het nog maar sporadisch voor dat we trainen. Op donderdag is de opkomst ook een stuk minder.”
“Ik vind dat wel logisch”, zegt Luuk van den Bos. “Iedereen is bezig met andere dingen. We hebben allemaal een relatie en sommige zelf al een gezinnetje. Vroeger was het voetballen een soort van hoofdzaak, nu bijzaak.
”Dat leidt regelmatig tot hilariteit in de kleedkamer. “Spelers verzinnen soms de grote smoezen om af te zeggen. En die smoezen komen om de zoveel tijd terug om er weer in te wrijven. De mooiste? Iemand belde af voor een wedstrijd omdat hij een lamp moest kopen en eentje moest een nieuwe poes halen. Ja, dat moeten ze lang horen.” Zelf is Van den Bos ook regelmatig mikpunt van een dolletje. “Hij vraagt er om”, zegt Looije. “Hij heeft altijd het hoogste woord in de kleedkamer. En hij moet altijd het hardst lachen om zijn eigen grappen.”
“Zei Marien dat?” vraagt Van den Bos. “Als keeper moeten ze me vaak hebben. Ik moet me wel verdedigen”, verdedigt hij zich.
Looije: “Als er een bal ingaat, is het nooit de schuld van Luuk.”
“Klopt”, bevestigt de doelman. “Ik zeg ook altijd: als er op doel; ge- schoten wordt is het jullie fout. Niet de mijne.”
En serieus: “Natuurlijk maak ik weleens blundertje. Ik ben ook geen echte keeper. Ik heb slechte knie- en en ben toen op doel gaan staan. Ik maak soms de vreselijkste blunders waarvan ik op dat moment denk: ‘hoe kan ik over de bal heen springen’.
” Van den Bos, die door zijn medespelers Henk wordt genoemd (Looije: bijna iedereen heeft een bijnaam’), heeft zelfs een eigen yell als hij een blunder maakt. “Ik roep dan hola en dan weet het team genoeg. Soms moeten ze lachen, soms ook niet als het een belangrijk en beslissend doelpunt is.
” Gelukkig heeft Naaldwijk 5, dat uitkomt in de reserve vijfde klasse, voorin een ‘superduo’, zoals Wesley van Duffelen het noemt. Hij zelf is één deel van dat superduo. Het andere deel is Tom Verbakel, oud-doelman van Naaldwijk 1. “Hij heeft van die uitschuifbenen. Dat is verrekte handig kan ik je vertellen”, zegt Van Duffelen. “Soms moeten we Ton missen als hij als keeper het eerste uit de brand moeten helpen.
” Een staf heeft Naaldwijk 5 ook: Wim Valk en Harry van Duffelen proberen het team zowel binnen als buiten de lijnen in het gareel te houden. “Harry heeft in het begin nog meegespeeld”, zegt Marien. “Hij is meer van de techniek. Wim vulde vroeger het wedstrijdformulier in, maar omdat dat tegenwoordig allemaal digitaal gaat, doet ie niet zo veel meer”, lacht Looije. “Het wordt weleens tijd dat de staf wat prijzen gaat pakken. Ons laatste kampioenschap is alweer van een paar jaar geleden.”