In de dertien jaar dat zij als verzorger/ masseur actief is, diende zij drie clubs. Haar eerste club was DCV. “Mijn zoons voetbalden er toen nog”, vertelt Van Leerdam. “Ik ben begonnen met de EHBO goed te organiseren. Ik kom zelf uit het zwemwereldje en daar was EHBO verplicht. Op een gegeven moment zochten ze een verzorger/masseur voor het tweede.
Zonder een diploma op zak ben ik aan de slag gegaan. Ik ben het diepe ingegooid, maar op die manier leer je het snelst. Ik had het geluk dat bij DCV Kees de Geus rondliep. Hij is al meer dan veertig jaar verzorger van het eerste. Die man heeft zo ontzettend veel kennis, hij heeft mij echt wegwijs gemaakt in het vak.”
“Ik heb de opleiding sportmasseur gedaan en allerlei andere cursussen zoals blessurepreventie. Gaandeweg de jaren ben ik mijn kennis gaan ontwikkelen en uitbreiden. Toen DCV wilde gaan overstappen van de zaterdag naar de zondag kwam Zwervers uit Capelle.”
Daar bleef ze vier seizoenen. “Ik heb er mooie tijd gehad. Het eerste seizoen was gelijk fantastisch. We werden kampioen en promoveerden naar de eerste klasse. Ik had een enorme klik met Oscar Biesheuvel.”
Een paar jaar later tipte diezelfde Biesheuvel het bestuur van Zwaluwen toen de club, die net in zee was gegaan met de trainer, op zoek was naar een nieuwe verzorger. “Bij Zwervers had ik aangegeven dat het mijn laatste seizoen zou worden. Ik wilde hogerop en Zwaluwen was een mooie kans. Oscar is er niet de persoon naar om mensen mee te nemen naar zijn nieuwe club. Zo is dat ook niet gegaan. Hij was tussendoor ook nog trainer geworden van Nieuwerkerk.”
“Dat ik herenigd zou worden met Oscar was een mooie bijkomstigheid. Ik heb altijd fijn met hem kunnen samenwerken. Dat geldt eigenlijk voor de meeste trainers. Ik ben altijd loyaal naar de trainer, zal hem nooit afvallen, en er moet wederzijds respect zijn. Als ik bij Oscar aangaf dat het beter was een speler niet te laten spelen vanwege een blessure dan accepteerde hij dat klakkeloos. ‘Jij hebt er verstand van’, zei hij dan. Hij ging nooit in discussie. Ik heb één keer een trainer gehad die dat wel deed. Altijd strijd. Ik denk altijd in het belang van de spelers. Als er te grote risico’s zijn om te spelen, zal ik de speler altijd beschermen.”
Haar werkzaamheden bij Zwaluwen zijn inmiddels uitgebreid, want naast verzorger is Van Leerdam ook hersteltrainer. “Ik heb daar een extra cursus voor gevolgd. Ik maak zelf de programmaatjes.”
Als verzorgster is zij vooral bezig met het tapen en ‘bandageren’. “Maar ik ben ook preventief bezig. Veel voorkomende klachten bij spelers zijn de hamstrings. Bij blessu- res verwijs ik snel door naar een fysiotherapeut. Zwaluwen heeft een vaste fysio, maar we hebben ook een speler die uit Lekkerkerk komt. Dan is het handiger dat hij daar in de buurt zijn behandeling krijgt.”
In haar functie als masseur/verzorger vertolkt Van Leerdam bij Zwaluwen ook een rol als vertrouwenspersoon. “De spelers weten dat ze bij mij hun verhaal kwijt kunnen zonder dat daarmee iets gebeurt. Sommige spelers gebruiken mij als spreekbuis richting trainer als ze het lastig vinden om iets ter sprake te brengen. Ik vraag ook altijd hoe het met spelers is, of er privé of op het werk dingen spelen. Die kunnen allemaal op invloed zijn op het presteren op het veld. Voor de spelers is het dan fijn om dan een persoon te hebben waar ze hun hart kunnen luchten.”