Koos Burger heeft heel Stolwijk leren voetballen

0
304

Hij mag dan 74 jaar zijn, hij kapt en draait nog altijd als de beste. Koos Burger geeft al ruim vijftien jaar training aan de JO8 van ‘zijn’ Stolwijk en laat het niet na als er iets voorgedaan moet worden. Deze periode is dat even wat minder. Burger moet wennen aan zijn nieuwe heup en de heup aan zijn ontvanger.

“Ik heb al een eerder een nieuwe knie gekregen”, vertelt de oud-politieagent. “Een paar maanden geleden bleek ook mijn heup aan vervanging toe. Slijtage. De dokter zei dat ik erg veel aan sport heb gedaan. Dat kan wel kloppen. Ik was altijd bezig. Als het niet met voetballen was, dan met hardlopen. Als politieman moet je in een goede conditie zijn.”

Hij liet zich opereren in een privékliniek. “In het ziekenhuis was er een wachtlijst van negen maanden. In het Park Medisch Centrum in Rotterdam kon ik vrijwel meteen terecht.”

Binnenkort wil hij weer op het veld staan met de Stolwijkse ministars. “Ik had, toen ik eraan begon, best wel mijn twijfels of het wat voor mij was. Ik was echter meteen verkocht. Dat jonge spul trainen, ik vind dat machtig mooi.”

‘Opa Koos’, zoals hij liefkozend wordt genoemd, leerde vele Stolwijkse jongetjes en meisjes voetballen. Hij traint een pupillenteam en dus de ministars. “Ik ben erg van de techniek. Ik ben van mening dat je een speler tot zijn elfde jaar vooral basistechniek moet aanleren. Ze moeten eerst baas worden over de bal. Pas als ze de bal beheersen komt teamspel. Ik zie dat er tegenwoordig al op jonge leeftijd wordt gekozen voor positie- en partijvormen. Positiespel is prima, maar heeft pas zin als je controle hebt over de bal, niet eerder.”

Hij was jarenlang in de regio actief als hoofdtrainer. Hij diende onder meer UNIO in Oudewater, Lekkerkerk (2x), Haastrecht en Bergambacht, met wie hij kampioen werd. En uiteraard was hij verspreid over diverse periodes trainer van ‘zijn’ Stolwijk. Hij bracht de dorpsclub, teruggevallen na de gouden periode in de negentiger jaren, vanuit de Goudse voetbalbond in 2003 terug in de vierde klasse. Hij somt de namen van de spelers nog even makkelijk op. “Edo Burger, Jasper Verdoold, Jan Woiter Verdoold, Tim Zijderlaan, Ernst Verdoold, Gerard Both, Marco van der Stadt, Berry Teeuwen, Rick Burger, Sandro Burger, Sander Burger.” Veel Burgers dus. “Niet allemaal familie hoor. Sandro is mijn zoon.” Het roept bij hem een prachtige anekdote op over een verslaggever die na afloop vroeg wie er bij Stolwijk was ingekomen na rust. Burger: “Burger. Die verslaggever: wie kwam er dan voor hem in? Ik: Burger. Vol vertwijfeling verliet hij ons terrein, haha.”

Behalve jeugdtrainer is Burger actief op vele fronten bij zijn club. Hij maakt doordeweeks samen met andere vrijwilligers de kleedkamers schoon, draaide jarenlang op vrijdag bardienst bij het klaverjassen, haalde oud-papier op, behoort tot de onderhoudsploeg, had zitting in 2007 in de jubileumcommissie toen Stolwijk 75 jaat bestond en is bestuurslid technische zaken. Die functie legt hij binnenkort neer. “Ze lopen er netjes bij, hé”, zegt hij vanuit de bestuurskamer. Met ‘ze’ doelt op de selectie die de vrije zaterdagmiddag gebruikt om te trainen onder leiding van trainer Robin van der Hulst. “Robin was een gouden greep. Een vakman en eentje die ook meteen zei: ik kom niet voor één seizoen. Zo iemand hadden we ook nodig. We hebben vorig seizoen een risico genomen om een hele jonge ploeg naar het eerste over te hevelen. Dat is het waard geweest, want over een paar jaar kan dit team spelen voor promotie.”

Ook in coronatijd is Burger veel op de club. Stolwijk is zijn tweede thuis, de kantine en bestuurskamer zijn huiskamer. “Ze hebben net mijn bed weggehaald”, grapt hij.

voor meer informatie over Stolwijk, klik hier.
Meer artikelen lezen over Stolwijk, klik hier.