Op zoek naar een jeugdtrainer, komen voetbalclubs toch vaak uit bij welwillende ouders. Zo ook bij Melissant. Dus toen ze dat drie seizoenen geleden aan Patrick Stolk vroegen, zag de oud-speler dat best zitten. Inmiddels geeft hij, samen met een aantal anderen, training aan de JO12. En dat is een behoorlijk gemêleerd gezelschap.
Verschillende leeftijden, dispensatiespelers, drie meisjes en een staf van een man of vijf. Bij de JO12 van Melissant doen ze er alles aan om de kleine voetballertjes het naar hun zin te maken. “Het is maar een kleine vereniging, soms moet je blij zijn dat je er genoeg hebt. Heel veel keuze heb je daar niet altijd in. We hebben spelertjes van tien, maar ook van twaalf. Als ze maar plezier hebben, dat is het belangrijkste.”
Genieten
Dat was voor Stolk een aantal jaar geleden dan ook de voornaamste reden om het te doen, want ook zijn zoon Stefan speelt in het team. “Een aantal jongens komen ook bij ons over de vloer, dus dat is wel heel leuk. Thuis gaat het dan ook veel over voetbal.” Soms levert die samenwerking wat lastige situaties op, vertelt de 44-jarige inwoner van Melissant. “Je verwacht toch altijd nog net een beetje meer van je eigen kind, maar daar komt nooit ruzie van hoor. Dat gaat eigenlijk hartstikke goed!” Stolk, zelf nu nog voetballer bij de veteranen, loopt al sinds zijn zesde rond bij de club. En dus was het de afgelopen maanden even afkicken zo zonder bal. “Heel vervelend. Zonder wedstrijden is het ook lastig trainen, iedereen is heel blij dat ze weer mogen. Dat merk je heel goed.” Stolk geniet dan ook zichtbaar van zijn favoriete bezigheid. “De omgang met die kinderen, de ontwikkeling die je ziet, ze gaan het spelletje steeds beter snappen. Je probeert het beste uit iedere speler te halen. Maar ook voor mij blijven de wedstrijden het allerleukste.”
Te trappelen
Zoals gezegd bestaat het trainersbestand uit een man of vijf, met onder meer twee spelers van het eerste elftal, en dus staat Stolk niet iedere week op het trainingsveld. “We trainen twee keer in de week en onderling wisselen we elkaar af. Ook op zaterdag zijn we met twee trainers, meestal ben ik er één keer in de week.” Maar ook dat geeft genoeg voldoening, vertelt Stolk. “Niet alle spelers zijn natuurlijk even goed, maar als je dan promoveert naar de derde klasse, zie je het plezier. Daar worden ze uiteindelijk allemaal beter van. Ze moeten vooral het spelletje heel erg leuk vinden.” Een training bestaat vaak uit een positiespelletje, afronden of partij, maar ook aan de conditie wordt zo nu en dan gewerkt. Altijd zonder te zeuren. “Ze zijn bijna allemaal goed bevriend met elkaar, dus lopen ook niet tegen elkaar te klieren. Ook niet als we een keer verliezen.” Dat past wel bij Melissant, denkt de trainer. “Het is hier klein en gezellig. Bijna iedereen komt op het fietsje naar de club.” Of Stolk dit nog jaren blijft doen weet hij niet, maar zin in de competitie heeft hij wel. “We staan te trappelen. Weer echt ergens om spelen, dat geeft die kinderen ook een doel.” En dus wordt de fiets na maanden weer uit de schuur gehaald, op naar een mooie zaterdagochtend. “Het blijft gewoon ontzettend leuk om te doen. Die blije gezichten, daar doe je het uiteindelijk toch voor!”
Klik op Melissant voor het laatste artikel van de club.