Wilfred Poleij kneedt aan stijl jonge Smitshoek-keepers

0
212

Goed keepen is een vak, beweert Wilfred Poleij. Het is prachtig als de doelman een goede pass in de benen heeft, maar bovenal gaat het toch om ballen uit het doel ranselen. Vandaar dat hij jonge keepers bij Smitshoek met veel toewijding de kneepjes van het tegenhouden bijbrengt.

phonedirect

Poleij wil het niet teveel over zijn eigen zoon Mika hebben, maar halverwege het interview moet hem toch iets van het hart. Toen het getalenteerde keepertje op stage ging bij Feyenoord en het daar helemaal niet onverdienstelijk deed, koos de club voor een jongen die vooral goed kon voetballen. “Die jongen had een prachtige trap, maar de ballen werden min of meer per ongeluk tegen hem aangeschoten”, zegt de 37-jarige Polij, die in Zeeland opgroeide en als doelman voor gerenommeerde amateurclubs als VCV Vlissingen en Capelle uitkwam. “Niet omdat het mijn eigen zoon is hoor, maar dat vond ik toch heel vreemd. In Nederland hechten we naar mijn smaak teveel waarde aan meevoetballen bij keepers. Zorg nou eerst eens dat je gewoon die ballen uit het doel houdt.”

Enthousiast

Het is alweer vijf jaar terug dat Poleij zich over jonge keepers bij Smitshoek ging ontfermen. Zijn oudste zoon Noah meldde zich aan bij de Barendrechtse vereniging, waarna het haast logisch was dat diens vader zijn diensten aanbood. “In het begin heb ik samen met assistenten wel vijftig jonge keepers onder mijn hoede gehad. Dat was hartstikke leuk, omdat die jongens nog te kneden zijn. Ik vind het vooral mooi om de wat minder getalenteerde keepertjes wat bij te brengen. Het draait altijd al zoveel om de betere spelers. Als ik zie dat een jongen plezier krijgt in het keepen, heb ik het snel naar mijn zin. Ik probeerde ze echt enthousiast voor het keepersvak te maken.”

Omdat een doelman nu eenmaal altijd het risico loopt door de benen verrast te worden, hamerde de sympathieke en goedmoedige Poleij op het belang van het ‘knietje achter de bal.’ “Heel belangrijk, misschien wel de belangrijkste regel. Als de bal doorschiet, moet je er gewoon je knie achter hebben. Ook de techniek van het pakken van de bal hebben we veel geoefend. Hoe je je handen houdt, bedoel ik. Daarnaast zijn we veel bezig geweest met het klein maken van het doel. Als er een aanvaller op je afkomt, moet je het hem zo moeilijk mogelijk maken.”

Dominos_voorjaar2021

Zelf was Poleij een lijnkeeper die weinig vreemde fratsen uithaalde en het tegenhouden van de bal heilig had verklaard. Het leverde hem een zekere reputatie op in de wereld van het amateurvoetbal. Dat de KNVB de veldjes met het verstrijken van de tijd almaar kleiner maakt bij de jeugd, beschouwt hij voor doelmannen niet bepaald als een vooruitgang. “Nogmaals: ik snap dat de bond wil dat er goed positiespel gespeeld wordt en dat voetballers veel balcontacten maken. Maar voor de keeper is het natuurlijk hartstikke moeilijk om op zo’n klein veldje ballen te stoppen. Het doel blijft namelijk even groot, dat is het vreemde.”

Dat Poleij ook bij Spartaan ’20 als keeperstrainer werk verricht, doet niets af aan zijn waardering voor het beleid van Smitshoek. ,,Ik ben bij Spartaan terechtgekomen doordat Mika naar die club is gegaan. Dan speelt de liefhebber in mij op die zegt dat ik ook daar wat met keepers moet doen. Bij Smitshoek ben ik nu heel gericht bezig met de keepers van de Onder 12 en ik heb daar heel veel plezier in. Vaak genoeg is het bij verenigingen voorgekomen dat een team verloor omdat ze geen fatsoenlijke keeper hadden en er een speler op doel stond. Dat vind ik heel vervelend om te horen. Toen de keeperstrainer van het eerste van Smitshoek vorig jaar drie weken met vakantie was, heb ik zijn taken waargenomen. Maar dat vond ik wat minder leuk, omdat oudere jongens al helemaal hun eigen stijl hebben.”

Klik op VV Smitshoek voor het laatste artikel van de club.