Jacco Versluis (31) is tweede keeper van VV Vuren, maar stopt er binnenkort misschien wel mee vanwege zijn gebroken bovenarm. Zo zit er nu een flinke metalen plaat in zijn lichaam om de boel te laten herstellen. Gelukkig voor Versluis en eigenlijk voor heel VV Vuren heeft de goalie aan één arm genoeg om het belangrijke ‘trainingskamp’ te organiseren. In januari reist de club met maar liefst zestig spelers af naar Leuven. Daar gaat de ploeg op “trainingskamp” zegt Versluis. Echter is het aantal trainingen ietwat beperkt. De teller staat nu namelijk op één.
Het is niet dat Versluis bang is om te keepen, maar het is simpelweg onverantwoorder geworden om nog op doel te staan. “Ik ving een bal rondom de penaltystip en er kwam één aanvaller invliegen die ik niet had gezien… In het ziekenhuis bleek dat ik mijn bovenarm heel lelijk had gebroken. Er zit nu een metalen plaat in van zestien centimeter zodat het kan herstellen.”
“Tot de B’tjes heb ik altijd als veldspeler gespeeld. Ik was geen wereldvoetballer, maar ik kon aardig mee. Toen onze keeper destijds wegviel zei ik dat ik het geen probleem vond om op doel te staan.” Sindsdien is Versluis nooit meer onder de lat vandaan gekomen. Het leuke aan doelman zijn vindt hij de dunne lijn die er is tussen het zijn van de held of de schlemiel. “Ik ben nu de tweede doelman bij het eerste. Voor mij staat Tim Ritmeester. Hij is een betere lijnkeeper en ik ben beter voor mijn lijn. Wie er wordt opgesteld, hangt dus af van wat de trainer liever heeft. Deze trainer kiest dus voor de betere lijnkeeper. Gelukkig vermaak ik me ook wel bij andere teams. Daar heb ik geen moeite mee. Zolang er maar een goede sfeer is en een leuke derde helft, maakt het mij eigenlijk niet zo veel uit waar ik keep. Elk seizoen sta ik bij elk team wel één wedstrijd onder de lat.”
Versluis vermaakt zich dus in elk senioren-elftal. Het lijkt er dan ook op dat de vier senioren-elftallen van VV Vuren één grote hechte groep vormen. Die aanname wordt alleen maar versterkt wanneer Versluis vertelt over het trainingskamp wat hij organiseert. Een grote operatie. Dit is al langer dan een decennium het vaste jaarlijkse uitje van de club. Vorig jaar ging het met alle vier de elftallen naar Gent. Een echt ‘trainingskamp’ zoals Versluis het mooi noemt, is het niet. De ploegen zullen namelijk maar één keer trainen. Wat hoger in het vaandel staat is uitgaan. Vorig jaar waren de Gelderlanders in Gent. “Deze keer gaan we van 10 tot 12 januari naar Leuven. We vertrekken met zestig man. Vooral het verblijf is best een dingetje om te regelen, maar gelukkig hebben we een bedrijf in België gevonden dat ons hiermee wil helpen. We noemen het een trainingskamp, maar eigenlijk is dat het niet. We zullen één keer trainen en het voor de rest vooral heel gezellig hebben. Vorig jaar was een groot succes.”
Misschien dat dit trainingskamp de neuzen allemaal dezelfde kant op krijgt zodat VV Vuren voor het kampioenschap kan gaan. “We worden geen kampioen” lacht Versluis hardop. “Nee we worden zeker geen kampioen. Maar we zullen ook zeker niet degraderen. Ik denk dat we gaan voor het middenmootje. Tussen plek vier en zeven”
Of Versluis zelf ooit nog op het veld zal staan, weet hij niet. “Ik heb er nog niet over nagedacht, maar ik kan me voorstellen dat ik stop. Ik weet niet of ik nog veilig kan keepen. Misschien dat ik net als in de jeugd weer als veldspeler ga spelen, bij het vierde ofzo. Zoals ik al zei: Ik vermaak me toch wel.”
Voor meer artikelen over VV Vuren klik hier.
Voor meer informatie over VV Vuren klik hier.