Al vijftig jaar is Eldert Vroegop onlosmakelijk verbonden aan VVGZ. Ooit begon hij als voetballer, later volgden rollen als jeugdleider, scheidsrechter, grensrechter en zelfs Sinterklaas. Tegenwoordig is hij vooral actief achter de schermen. “Je gaat steeds meer dingen doen voor de vereniging,” zegt de 74-jarige vrijwilliger bescheiden. In zijn geval is dat een understatement.
Vroegop, oorspronkelijk afkomstig uit Rotterdam maar al jaren woonachtig in Zwijndrecht, stond zelf tot zijn 32ste op het veld. Meestal in het tweede elftal, af en toe in het eerste. “Ik was een snelle spits,” blikt hij terug. Na zijn actieve loopbaan begon het vrijwilligerswerk pas echt. “Dat groeit vanzelf. Je bouwt een band op en voor je het weet, ben je overal bij betrokken.”
Die betrokkenheid is nooit verdwenen. “Al die jongens van vroeger zijn er nog steeds. Die vriendschappen verwateren niet.” Toch is er één naam die hij nog altijd mist: Hans Snikkers. “Vijf jaar geleden is hij overleden. Met hem organiseerde ik jarenlang het jeugdkamp.” Dat kamp bestaat nog steeds en wordt inmiddels voor de 37ste keer gehouden. “De tijd gaat zo snel… maar dit mag nooit verloren gaan. Oud-jeugdleden praten er nu nog over.”
Op zaterdagen is Vroegop steevast op de club te vinden. Hij ontvangt de scheidsrechters van het eerste en tweede, begeleidt hen en zorgt dat het hen aan niets ontbreekt. Daarnaast regelt hij onder meer de ‘Pupil van de Week’ en is hij nog altijd nauw betrokken bij het eerste elftal, ook bij uitwedstrijden. “Ik ben daar als vertegenwoordiger van de club.”
Zijn fanatisme is door de jaren heen niet minder geworden. “Ik kon vroeger niet tegen mijn verlies. Dat zit er nog steeds in.” Ook doordeweeks staat hij paraat. Op maandagochtend helpt hij met de werkploeg bij het schoonmaken van de kleedkamers en het opruimen van de kantine. “Hard werken, koffie drinken en over voetbal praten. Dat hoort er allemaal bij.”
Hoewel hij merkt dat er weinig nieuwe vrijwilligers bijkomen, blijft zijn motivatie onverminderd groot. “Waarom zou je niks voor de club doen?” vraagt hij zich hardop af. Dankzij de steun van zijn vrouw kan hij zich blijven inzetten. “Zolang mijn gezondheid het toelaat, blijf ik dit doen.” Bestuurslid worden? Dat ziet hij niet zitten. “Daar heb ik een te grote mond voor,” lacht hij.
Diezelfde mond zingt na overwinningen luidkeels het clublied mee. “Als je vijftig jaar lid bent en het clublied niet kent, dan gaat er echt iets mis.”
Klik op VVGZ voor meer artikelen over de club.
Klik op VVGZ voor meer informatie over de club.

