Meedoen voor een periode en eindigen bij de top vijf. Dat is waar ze dit seizoen bij tweedeklasser IFC als team voor gingen. En als je dan daadwerkelijk zo dichtbij bent, wil je die finale van de nacompetitie natuurlijk ook winnen. Dat lukte de ploeg uit Hendrik-Ido-Ambacht uiteindelijk net niet. “Dan moeten we het volgend jaar maar doen”, vertelt Nick de Veij vol vertrouwen.
Want stiekem zijn ze daar na twee kampioenschappen op rij, bij IFC al wel weer aan toe. “Helemaal als je kijkt naar de jongens die er na de zomer bij komen.” Toch had het voor de 30-jarige De Veij ook best nu al mogen gebeuren. “We wilden dit jaar graag promoveren, maar het was geen moeten. Dat is volgend seizoen wel het geval.” Al zat er stiekem meer in, zo vindt de rechtsback. “Voetballend horen we bij de betere ploegen, alleen missen we scorend vermogen.”
Goede ploegen
Uiteindelijk bleek dat dus net niet genoeg, voor die stap naar de eerste klasse. Hoe heeft hij dit seizoen beleefd? “Het was qua tegenstand wel een beetje wat ik had verwacht. Met een aantal echt goede ploegen.” Een kampioenschap zat er volgens De Veij uiteindelijk dan ook niet in. “We voetbalden vaak goed, tot de laatste fase. De bezetting voor de goal ontbrak dan een beetje. Als we makkelijker zouden scoren, had het spannender kunnen zijn.” Maar, zo is hij ook eerlijk. “Spartaan’20 is de terechte kampioen en ook Oranje Wit, de nummer twee, was een sterke ploeg. Dan kun je met een derde plek en nacompetitie best blij zijn.” Al zag dat er tot de winterstop misschien nog anders uit, herinnert De Veij zich. “Toen stonden we eigenlijk samen bovenaan, maar daarna hebben we te veel gelijkgespeeld. Dan besef je op een gegeven moment wel dat je geen kampioen meer gaat worden.”
Uitstapjes
Met de club die voor De Veij voelt als thuiskomen. “Ik kom bij IFC sinds mijn vierde. Heel de jeugd doorlopen en vanaf mijn zeventiende bij het eerste. Toen debuteerde ik nog in de zondag hoofdklasse.” Toch maakte de inwoner van Hendrik-Ido-Ambacht tussendoor de nodige uitstapjes. Voordat hij drie seizoenen geleden terugkeerde op het oude nest. “Op mijn twintigste ging ik naar VVGZ, omdat er bij IFC meer spelers van buitenaf kwamen en de kans op spelen kleiner werd. En ik speelde niet graag op zondag.” Na vier jaar in Zwijndrecht, verhuisde De Veij naar Pelikaan, waar tweelingbroer Jeroen als doelman actief was. “Ook daar heb ik het goed naar mijn zin gehad, maar nu spelen we weer samen bij IFC!” En met succes dus. “Na de overstap naar de zaterdag wilden we graag binnen drie jaar naar de tweede klasse, dat is gelukt.”
Rendement
Ook persoonlijk, kijkt hij terug op een goed seizoen. “Ik heb eigenlijk bijna alles gespeeld.” Zowel voorin, als achterin. “In het begin stond ik rechtsbuiten, de laatste tijd meer rechtsback. Vorig jaar stond ik ook vaak in de verdediging.” Wat heeft hij zelf liever? “Dat wisselt een beetje, met het type voor je. Het liefste speel ik rechtsvoor, zodat ik kan uitzakken tussen de linies. Ik ben geen type dat drie of vier man voorbijgaat. De connectie met de ‘back’ is voor mij heel belangrijk.” Die ‘back’ is hij nu dus vaak zelf. “Achterin krijg je toch meer de bal, waardoor je meer impact hebt. Ook heb je het veld voor je, dat is een voordeel. Eigenlijk speel ik als een soort aanvaller, veel opkomen en diepte maken. Dan is deze positie zeker niet erg. Als ik alleen zou mogen verdedigen, zou ik niet blij zijn.” Toch zit daar nog wel een verbeterpuntje, is De Veij eerlijk en kritisch. “Qua rendement kan het nog wel wat beter. Meer assists en belangrijker zijn in de laatste fase.”
Ontlading
Helemaal nu de club weer steeds hoger gaat spelen. Precies zoals de bedoeling was op het moment dat De Veij terugkeerde. “Ik wist natuurlijk wel dat er bij IFC wat speelde over de zaterdag, dus toen ik werd benaderd, zag ik dat project met eigen jongens wel zitten. Als jij terugkomt, kom ik ook. Zo ging dat toen een beetje.” Spijt heeft de rechtspoot dan ook allerminst. “Ik ga hier niet meer weg, dit is mijn eindstation. IFC is mijn club.” Maar aan stoppen, denkt De Veij voorlopig gelukkig nog niet. “Ik voel mezelf nog fit en eigenlijk vind ik het steeds leuker worden.” En dat is niet voor niks, vertelt hij. “Dit seizoen spelen we weer tegen veel ploegen uit de buurt én krijgen we meer tegenstand. Laatst hadden we het er nog over met elkaar, dat het leuk is om weer meer spannende wedstrijden te spelen. Dan heb je ook veel meer ontlading als je wint of scoort.” Zaak om die lijn door te trekken. “Als we een stabiele eersteklasser kunnen worden, is dat volgens mij prima. Met eigen jeugd en jongens uit Ambacht, dat is het belangrijkste. Dat we een herkenbaar elftal hebben.” Want dat levert beleving en publiek op, zo weet De Veij. “Dan is die eerste klasse toch een hartstikke mooi niveau?”
Klik op IFC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op IFC voor meer informatie over de club.