Met het vertrek van een aantal sterkhouders en voornamelijk aanvulling vanuit de jeugd, was het dit voetbaljaar voor derdeklasser Virtus afwachten waar ze precies zouden staan. Maar na een uitdagend begin, valt dat de laatste weken allesbehalve tegen, volgens doelman Tom van Sprundel. “Met de 6e plek, kunnen we terugkijken op een goed en leerzaam seizoen.”
Helemaal nadat ze bij Virtus met één zege in de eerste zes duels, lastig aan het seizoen begonnen. “Dragende spelers gingen weg en er kwamen jonge gasten bij. Dus zeker in het begin, was het afwachten hoe dat zou zijn.” Een echte doelstelling, hadden ze bij de club uit Zevenbergen dan ook niet, vertelt Van Sprundel (27). “We wilden eerst kijken hoe we op elkaar ingespeeld zouden raken.” De laatste weken, gaat dat goed. “Maar we hebben helaas ook vaak naar beneden moeten kijken.”
Meer tijd
Met een achtste plek én vier punten voorsprong op de nacompetitie lijkt dat gevaar voorlopig geweken, toch blijft Van Sprundel op zijn hoede. “Ik heb er vertrouwen in dat we nog onze punten gaan halen, maar alles zit nog dicht bij elkaar.” Vertrouwen dat ze bij Virtus, eigenlijk het hele seizoen hebben gehad. “Tuurlijk is het een tijdje wat negatiever geweest. Dat krijg je als je veel verliest. Desondanks, hebben we altijd tegen elkaar gezegd dat het goed zou komen.” En goed, komt het dus waarschijnlijk. “Als we de lijn van de laatste weken door weten te trekken, kunnen we terugkijken op een goed en leerzaam seizoen.” Wat is zijn verklaring voor de betere prestaties? “Meer intensiteit en harder voor elkaar werken. Resultaten zijn daarbij heel belangrijk. Maar ook beter weten wat we moeten doen.” Vooral dat laatste, kost tijd, heeft Van Sprundel gemerkt. “Meer dan gehoopt, om eerlijk te zijn. Normaal komen er geleidelijk jongens vanuit de jeugd bij, nu waren het er in één keer heel veel.” Bepaalde vastigheden, lieten dan ook even op zich wachten. “In de communicatie óf wat je van elkaar verwacht.” Het leverde Virtus, zeker in de beginfase van de competitie, een hoop tegendoelpunten op. “De organisatie stond nog niet en bepaalde wisselingen, pakten niet goed uit.” Hoe was dat voor hem als keeper? “Ik zit daar zelf gelukkig niet zo mee.”
Vrienden
Een vastere basiself, hielp de ploeg uiteindelijk vooruit. Bij de club waar Van Sprundel sinds de F’jes al speelt. “Volgens mij ben ik in de F8 begonnen, als speler.” Tot Erik de Waard, huidig voorzitter van de vereniging, een doelman in hem zag. “Die zei dat ik met mijn lengte en motoriek, beter in de goal kon gaan staan. Daar lagen mijn kwaliteiten eigenlijk ook wel.” Na een half jaartje voetballen, besloot de inwoner van Zevenbergen zijn keepershandschoenen dan ook aan te trekken en die vervolgens nooit meer uit te doen. Het leverde hem stages op bij RBC Roosendaal, NAC en Feyenoord. “Dat is nooit iets geworden, maar waren wel mooie dingen om mee te maken.” Teleurstelling, kende Van Sprundel niet. “Voetbal blijft voor mij een hobby, dus dat wil ik met mijn vrienden doen. Met veel jongens waarmee ik nu in de selectie voetbal, ben ik min of meer ook opgegroeid. Wat dat betreft is het net een soort vriendenteam. Maar dan op een goed niveau.” Met hem dus tussen de palen. Als hij niet geblesseerd is. “Dit is eigenlijk het eerste seizoen, dat ik blessurevrij ben gebleven. Normaal had ik altijd wel last van gebroken vingers of spierblessures.” En dus heeft Van Sprundel regelmatig de kans, om zich te onderscheiden. “Dat is het mooie van doelman zijn, je bent heel belangrijk voor een elftal.” Helemaal in zijn geval. “Ik ben niet echt een technische of explosieve keeper, maar wel iemand die heel erg aanwezig is, probeert te coachen en vertrouwen uitstraalt.” Naast lang en groot, ook goed in de één-tegen-één. Een beetje zoals Manuel Neuer. “Vroeger vond ik dat echt machtig om te zien. Hoe groot hij uit die goal kwam. Daar let je toch altijd extra op, als je naar wedstrijden op tv kijkt.” Om het vervolgens zelf, in de praktijk te kunnen brengen. Bij Virtus. “Ik ga hier nooit weg.” De toekomst, ziet de sluitpost dan ook rooskleurig tegemoet. “Er komt weer een goede lichting vanuit de jeugd aan, dus daar moeten we de balans in zien te vinden.” Maar eerst: “Zorgen dat we in die derde klasse blijven!”