‘Dan gaat het bij ons in het koppie zitten’

0
229

Een bijzonder seizoen. Zo zou je het afgelopen jaar van Beek Vooruit in de derde klasse zonder moeite kunnen omschrijven. Want nadat de ploeg uit Prinsenbeek beslag legde op de eerste periode, moest het zich uiteindelijk nog bijna zorgen maken om degradatie. Al verbaasde dat Thijs Reimering eigenlijk ook weer niet. “Als we een paar keer verliezen, gaat het bij ons in het koppie zitten.”

En niet voor het eerst, vertelt de 22-jarige Reimering. “Dat is wel een beetje des Beek Vooruit. Vaak beginnen we altijd wel lekker, hebben we er zin in en komen we na een paar keer winnen in die flow.” Totdat er voor het eerst verloren wordt, dus. “Dan gaat het bij ons in het koppie zitten.” Hoe dat komt? “Dat is het lastige. Als we er een oplossing voor hadden, hadden we er waarschijnlijk al wat aan gedaan…” Toch waagt de inwoner van Prinsenbeek een poging. “We moeten vaker gewoon een wedstrijd uitspelen. Natuurlijk het liefste met mooi voetbal, daar houd ik zelf ook van, alleen kan dat niet altijd.”

Rust aan de bal

Het leverde Beek Vooruit afgelopen jaar uiteindelijk een bijzonder seizoen op, zoals Reimering het zelf noemt. En met zeventien punten uit de eerste acht duels, en slechts twaalf uit de resterende veertien, is dat allesbehalve een understatement. “Als je de eerste periode wint en uiteindelijk achtste eindigt, kun je dat wel zeggen.” De verklaring daarvoor, moet de middenvelder schuldig blijven. “Heel veel mensen vragen dat natuurlijk. Hopelijk kunnen we het dit seizoen voorkomen.” Al had er voor Beek Vooruit, ondanks de flinke dip, stiekem wel meer ingezeten, vindt Reimering. “In de nacompetitie hadden we niet hoeven verliezen.” Zijn teleurstelling, steekt hij dan ook niet onder stoelen of banken. “Je speelt voetbal om prijzen te winnen. We wilden voorafgaand aan het seizoen meedoen voor promotie, terwijl ik zelf dacht dat we misschien wel kampioen konden worden. Dat heb ik een beetje onderschat.” Al was zijn vertrouwen niet gebaseerd op niks. “We hebben een team met veel kwaliteit. Nu moeten we meer samen gaan werken, in plaats van alleen.” Bijvoorbeeld in het verdedigen. “Dat moet je echt met z’n allen doen. Met het mes op de keel. Dat ontbreekt er soms nog wel eens aan.” Een stukje volwassenheid dus. “Ook nu komen er weer een paar jongens van de JO19 bij, dus we hebben een jonge ploeg. Dat betekent dat je moet bouwen.” Desondanks, legt Reimering de lat opnieuw hoog. “Met onze kwaliteiten, moeten we bovenin mee gaan doen.” Kwaliteiten, die nog wel verder ontwikkeld dienen te worden, weet hij. “We moeten veel meer rust aan de bal krijgen. Leren om momenten uit te kiezen. Soms is het niet erg om even een tikkie terug te geven.”

Risico nemen

Iets wat Reimering zelf, leerde in de jeugd van NAC Breda. De club waar hij drie seizoenen voetbalde, met onder meer Bart Verbruggen, Luc Marijnissen, Pepijn van de Merbel en Tika de Jonge. “Ik ben op jonge leeftijd begonnen bij Beek Vooruit en op mijn veertiende ging ik naar NAC.” Tot een doorbraak, kwam het daar echter niet. En dus keerde hij een aantal jaar geleden, terug op het oude nest. “Tuurlijk was dat in het begin heel lastig, want ik had een droom. Anders zit je niet bij NAC.” Vooral mentaal, was Reimering in de tijd ‘gebroken’, vertelt hij. “De trainer zag het niet in mij zitten, daardoor speelde ik weinig en had ik geen plezier meer in voetbal. Daarom heb ik toen besloten om met mijn vrienden bij Beek Vooruit te gaan voetballen. Dat blijft toch het leukste!” Zijn plezier in het spelletje, heeft Reimering dan ook weer helemaal terug. “Ondanks dat ik er nog steeds ziek van ben, als we hebben verloren.” Hoe kijkt hij nu terug op zijn periode in Breda? “Laatst zat ik op de tribune bij NAC, dan denk je toch wel bij jezelf: Stel je voor dat je hier zou spelen…” Of dat er ook echt in had gezeten, weet Reimering niet. “Aan de bal was ik wel één van de beteren en had ik het misschien kunnen redden, alleen conditioneel was ik niet sterk genoeg. Mede door mijn astma. En sowieso vind ik lopen het minst leuke van voetbal.” Liever heeft hij dus de bal. “Ik ben een technische speler en iemand die met veel durf speelt. Soms iets te veel, maar dat is onderdeel van mijn spel. Ik vind het leuk om risico te nemen.” Het liefste als nummer zes. “Al vind ik centrale verdediger ook wel leuk.” Hoe zit het tot slot met zijn ambities? “Mijn droom is nog altijd om prof te worden, want voetballen blijft het leukste wat er is. Maar als je realistisch bent, gaat dat hem niet meer worden.” Toch heeft hij de hoop op een mooie carrière, nog niet helemaal opgegeven. “Als er een leuke kans zou komen, heb ik zeker de ambitie om hogerop te gaan!”

Klik op Beek Vooruit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Beek Vooruit voor meer informatie over de club.