Een amateurclub zonder vrijwilligers is helemaal niets. Dit blijkt ook bij Irene’58 uit Den Hout, waar clubhelden Arnold van den Hout en Kees Moerenhout zich al jaren inzetten voor de club. Beide heren spraken uitgebreid met het VoetbalJournaal over de liefde voor ‘hun’ club.
Van den Hout heeft ongeveer alle functies bij Irene’58 gehad die er zijn. De 72-jarige vrijwilliger loopt maar liefst 62 jaar rond bij Irene’58. “Ik ben op mijn tiende begonnen met voetballen bij Irene’58 en heb een aantal jaren later een paar wedstrijden in het eerste gespeeld. Op mijn 18e ben ik het bestuur ingegaan en daar ben ik zeven jaar geleden mee gestopt, dus ik heb er wel even gezeten”, zegt Van den Hout lachend.
Alle functies die je bij een amateurclub kan bedenken, heeft Van den Hout gehad. “Ik ben voorzitter, penningmeester, kantinebeheerder, leider en jeugdleider geweest. Ik ben alleen geen secretaris geweest. Ook heb ik even wat jeugdelftallen getraind”, aldus Van den Hout die inging op zijn respectievelijke CV bij Irene’58.
Momenteel fungeert Van den Hout met zijn goede vriend Kees Moerenhout als terreinknecht bij Irene’58. De inmiddels gepensioneerde vrijwilliger houdt ervan om bezig te blijven met de club waar hij het meeste heeft. “Het is gewoon mijn cluppie, dat is het gewoon.”
Op de vraag of Van den Hout een clubicoon is, reageert hij bijzonder bescheiden en heeft hij tegelijk een prachtige onthulling. “Natuurlijk kan ik dat niet over mijzelf zeggen, dat moeten anderen maar doen. Maar als vrijwilliger heb ik wel bij het 65-jarige jubileum een gouden speld gekregen van de gemeente Oosterhout en van de KNVB. Dus ik heb toch wel iets goed gedaan. Ik had het niet verwacht, maar het was een hele mooie verrassing.”
Op de vrijdag doet Van den Hout een bakje koffie op de club, doet hij de bestellingen van de kantine en prepareert hij met zijn maatje Kees Moerenhout de kleedkamers en kantine. Moerenhout zelf ging ook in op zijn werkzaamheden bij de club. “Vanaf 2002 ben ik begonnen als leider bij Irene’58. Dat heb ik heel lang gedaan en na de corona-periode ben ik ermee gestopt en ben ik ook gestopt met werken. Toen heb ik die vrijwilligerstaken opgepakt.”
Moerenhout voelt zich gewaardeerd bij Irene’58 na al die jaren. “Ze vragen hier en daar hoe het met mij gaat. Als ik een klootzak zou zijn, dan zouden ze dat niet doen. Ik heb dus toch wel iets goed gedaan”, zo vertelde hij zelf. Zelf heeft hij nooit gevoetbald, maar vanwege het sociale aspect is hij op de vrijdag vaak op de club te vinden.
Van den Hout en Moerenhout doen op de vrijdag enorm veel om het complex van Irene’58 te prepareren voor het voetbalweekend. Moerenhout zelf geeft aan er veel plezier uit te halen om de kleedkamers schoon te maken en hier en daar het veld te maaien. “Ik vind het best wel leuk. Zo blijf je lekker bezig. Met zijn tweeën kan je ook lekker koffie drinken en een beetje kletsen. Arnold en ik kennen elkaar al heel lang. We hebben een goede klik en daar doe je het voor. Als ik iets ervoor krijg is het mooi, maar het gaat om de gezelligheid.”
Het aantal vrijwilligers bij amateurclubs lijkt soms minder te worden, ziet ook Moerenhout. De vrijwilliger hoopt daarom wel dat er op een dag een aantal opvolgers klaar zullen gaan staan. “Elke vrijwilliger moet je waarderen en proberen te behouden, want het worden er steeds minder. Ik spreek niet iedereen meer, want ik ben alleen nog op vrijdag op de club. Ik kom er voor de rest niet meer zoveel sinds ze op zaterdag voetballen. Ik heb er niet zoveel behoefte meer aan. Maar elke vrijwilliger is enorm belangrijk.”
Klik op de link voor meer artikelen over Irene’58
Klik op de link voor meer informatie over Irene’58