Bij RVVH kijken ze allang niet meer alleen naar het eerste elftal. De Ridderkerkse club ziet de jeugdafdeling als dé levensader van de vereniging – en degene die die machine draaiende houdt, is jeugdvoorzitter Martin van der Wel. Een échte clubman, geboren en getogen binnen de blauw-witte lijnen van sportpark Ridderkerk. “Ik heb nooit ergens anders gevoetbald. RVVH is mijn club en mijn familie.”
Van der Wel raakte al vroeg verweven met de vereniging. Door een blessure stopte hij jong met voetballen, maar via zijn schoonfamilie – die diepe wortels heeft binnen de club – kwam hij weer terug in de RVVH-gelederen. “Mijn schoonvader was voorzitter van de supportersvereniging, mijn schoonmoeder stond veertig jaar achter de bar. Uiteindelijk ben ik bij een vriendenteam terechtgekomen en daarna keepers gaan trainen. Zo rolde ik er steeds verder in.”
Na jaren als jeugdtrainer, coördinator en lid van de jeugdcommissie werd hij drie jaar geleden gevraagd als jeugdvoorzitter: een rol die nauwelijks te vatten is in één taakomschrijving. “In principe moet je een helikopterview houden en het aanspreekpunt zijn voor alles wat met de jeugd te maken heeft,” legt hij uit. “Maar omdat je in het amateurvoetbal altijd vrijwilligers tekortkomt, doe je automatisch veel meer dan dat.”
Van teamindelingen tot kantineversiering
Van der Wel is het type bestuurder dat nooit zijn telefoon uitzet. “Dat is misschien mijn grootste valkuil,” lacht hij. “Maar ik wil bereikbaar zijn. Trainers lopen vast, ouders hebben vragen, activiteiten moeten worden opgezet… Dan moet je soms gewoon even schakelen.”
Een goed voorbeeld is de activiteitencommissie, bestaande uit een enthousiast legioen van tien tot twaalf vrijwilligsters. “Superleuke dames, maar die moesten natuurlijk hun weg vinden. Hoe kom je aan een sleutel? Hoe werkt het met inkoop? Ik denk dan mee, help ze op weg en laat het daarna los. Zo hoort het ook.”
Ook qua structuur staat RVVH er volgens de jeugdvoorzitter steeds beter voor. Met coördinatoren voor zowel onder- als bovenbouw, een algemeen coördinator en een sterk georganiseerde jeugdcommissie wordt de club steeds professioneler. “We hebben echt stappen gezet. Trainers staan er niet meer alleen voor. Ze hebben appgroepen, krijgen trainingsschema’s en ondersteuning. De organisatie staat steeds steviger.”
Kwaliteit én kwantiteit
Die solide organisatie is nodig, want de jeugdafdeling van RVVH groeit. Maar focust de club vooral op kwantiteit of juist kwaliteit? Van der Wel kiest voor de middenweg. “De eerste teams – van de JO8-1 tot en met de JO19-1 – draaien vooral om kwaliteit. Die willen winnen, beter worden, doorstromen naar de selectie. Maar de lagere teams zijn minstens zo belangrijk. Daar draait het om plezier en om aantallen. Zonder kwantiteit geen club.”
Toch is de ambitie helder: de RVVH-jeugd moet uiteindelijk het eerste elftal versterken. “Zeker nu ons eerste wat lager speelt dan een paar jaar geleden, is het doel om jongens via de O19 en de O23 richting de selectie te brengen. En dat lukt ook. Maxwell, onze spits, komt uit de jeugd. Er trainen meerdere jeugdspelers mee. Die aansluiting wordt steeds beter.”
De O23 als gouden tussenstap
Volgens Van der Wel is vooral de introductie van de O23-competitie een zegen geweest voor RVVH. “De stap van de O19 naar het eerste is enorm groot. Die tussenlaag was echt nodig. Corona heeft bovendien een groot gat geslagen in de doorstroom. Veel spelers zijn toen gestopt of teruggevallen in niveau.”
Maar de club krabbelt op. “De O17-1 speelt divisie, de O19-1 staat met een goed team, en zelfs de O19-2 draait lekker. Je ziet dat jongens nu weer ambitie tonen om naar het eerste te gaan. Dat is mooi om te zien.”
Vrijwilligers blijven de sleutel
Toch blijft één uitdaging altijd bestaan: vrijwilligers. “Dat is overal zo. Maar we bouwen aan iets moois. Mensen willen best helpen, maar je moet ze wel vragen. Met meer handjes kunnen we nóg meer doen.”
Ondanks die uitdagingen ziet Van der Wel de toekomst rooskleurig. “We zijn echt aan het groeien – niet alleen in aantallen, maar vooral als organisatie en als club. En als je dat combineert met plezier en ambitie, dan komt de rest vanzelf.”

