Met zijn gemillimeterde haren en zijn imposante baard is Selmo Kurbegović een opvallende verschijning op sportpark ’t Duyfrak. Maar het is niet alleen zijn uiterlijk dat opvalt. De technicus snelt langs verdedigers en weet regelmatig zijn doelpunten mee te pikken bij Valken’68. De 33-jarige aanvaller vindt het nog steeds leuk om zelf te voetballen, maar geniet stiekem nog meer van het geven van techniektrainingen aan de jeugd.
“Ik geef bij Valken’68 training aan zo’n 120 kinderen, van zes tot en met dertien jaar, ver deeld over meerdere dagen. Ik vind het enorm leuk om die voetballertjes de basis aan te leren. Ik stop er veel tijd in. Ik hou bijna geen tijd over, joh. Ik werk in Leiden als maatschappelijk begeleider en sportcoach, ik voetbal zelf, ik geef training en ik heb nog vier jonge kinderen. “ Houdt dit in dat de mensen in Valkenburg en omstreken er rekening mee moeten houden dat je er na dit seizoen mee stopt? “Ik denk het wel. Ik heb het hartstikke naar m’n zin bij Valken’68 hoor, een hele leuke club. Maar ik wil me meer gaan focussen op het geven van trainingen.
Ik zit er aan te denken om een voetbalschool te beginnen, maar momenteel heb ik het daar veel te druk voor.” Kurbegović heeft jarenlange ervaring als topvoetballer. Op het hoogste amateurniveau van Nederland heeft hij gave dingen meegemaakt, maar in het betaalde voetbal keek hij echt zijn ogen uit. “Ik heb leuke en vervelende dingen meegemaakt. De periode bij FC Eindhoven, onder leiding van oud EK-winnaar Jan Poortvliet was sportief gezien heel goed. We wonnen een periodetitel, dat was in dertien jaar tijd niet gebeurd.”
Dat er ook mindere kanten kleven aan het profvoetbal ondervond hij bij FK Budućnost Podgorica. “Ik kreeg m’n geld daar bijna nooit. Na acht maanden was ik weer weg. Toch heb ik daar ook mooie dingen beleefd. We speelden in de voorronde van de Champions League in Polen, in het nieuwe stadion van Slásk Wroclaw, speciaal gebouwd voor het EK 2012. Een geweldige ervaring om voor zoveel mensen te voetballen. En ik speelde goed. De trainer van Slask (Orest Lenczyk, red) belde me nog persoonlijk op. Maar mijn club liet me niet gaan. Tja, het had heel anders kunnen lopen.” Het buitenlandse avontuur was leuk, maar zorgde regelmatig voor gefronste wenkbrauwen.
“In Nederland is het zo anders dan in het buitenland. Hier zijn clubs betrouwbaar. In het buitenland zijn clubs soms in handen van criminelen. Als je goed speelt krijg je geld, anders krijg je klappen.” Na z’n avontuur in Montenegro ging hij terug naar Nederland. Hij speelde nog voor een aantal mooie amateurclubs. “Spelen voor IJsselmeervogels was geweldig. Onder trainer Gert Kruys speelden we goed en wonnen we in de beker van Helmond Sport en Emmen.” Nu is de tijd gekomen om al die ervaringen over te brengen op de jeugd. Niet als trainer van een elftal, maar als techniektrainer. “Het geeft me veel voldoening als die kinderen betere voetballertjes worden. Techniek blijft de basis van het voetbal.”