Eind deze maand hoopte Laurens Bouritius de driehonderd wedstrijden voor Naaldwijk 1 aan te tikken. “Daar ben ik best wel een beetje trots op”, zegt de verdedigende middenvelder, die aan zijn tiende seizoen in de hoofdmacht van de club van sportpark De Hoge Bomen bezig is.
Hij maakte zijn debuut toen hij amper zestien jaar was. “In een bekerwedstrijd. Joop Hoornweg was trainer. Ik mocht het laatste kwartier invallen. Dat kan ik nog helder voor de geest halen, niet tegen wie we speelden, die herinnering is na al jaren verloren gegaan.” Hij werd basisspeler op zijn negentiende.
“In mijn eerste seizoen als senior zat ik nog tussen het tweede en het eerste in, maar in mijn tweede seizoen ben ik basisspeler geworden. In al die jaren heb ik op vrijwel dezelfde plaats gestaan: op ‘zes’, zoals dat tegenwoordig heet, als verdedigende middenvelder. Dat is een plek die me op het lijf ge- schreven is. Net voor de verdediging als een soort stofzuiger balletjes oprapen om ze vervolgens in te leveren bij de spelmakers. Jongens als Michiel van den Berg en Jeroen Vogels, onze beste voetballers. Ik heb dat nooit als iets minderwaardigs beschouwd.”
Alle trainers herkenden zijn ‘huishoudelijke’ kwaliteiten op het middenveld en deden in al die jaren een beroep op hem. De Haagse advocaat civiel recht was er ook bij toen Naaldwijk onder trainer Edgar Kuntz naar de eerste klasse promoveerde. “Dat was tot nu toe het hoogtepunt. Omdat het niet zo snel nog eens zal gebeuren koester ik dat, al hebben we niet zo lang van de eerste klasse mogen genieten.” Hij heeft een duidelijke verklaring voor de bescheiden positie van Naaldwijk dit seizoen in de derde klasse. “We scoren heel moeizaam”, schetst Bouritius het probleem. “Dat is al een paar jaar aan de gang. Daardoor staan we zo laag. Ik heb er wel vertrouwen in dat het nog goedkomt. Vorig seizoen ging het ook moeizaam, maar hadden we een zeer sterke reeks aan het slot van de competitie. Dat kan nu zo weer gebeuren. Niemand in de spelersgroep wil in die vierde klasse spelen, geloof me. De club zal ons ook niet dankbaar zijn als we degraderen. De derde klasse met die Westlandse derby’s spreekt veel meer aan. Nee, die vierde klasse moeten we koste wat het kost vermijden.”
Met zijn 29 jaar heeft hij als voetballer nog wel even te gaan. Daarom lonkt het magische aantal van vijfhonderd wedstrijden bij Naaldwijk voor Bouritius. “Waarom niet? Ik heb voorlopig geen plannen om te stoppen. Door mijn werk moet ik af en toe een training overslaan, dat weten ze op de club. Maar ik maak er geen gewoonte van. Mijn lichaam vertoont nog geen oudersdomsgebreken. Zolang dat niet het geval is, zie ik geen belemmering om door te gaan.”