Jaap de Nekker hoort bij inboedel Hellevoetsluis

    0
    471

    “Niemand vergeten, hé”, zegt Jaap de Nekker als hij de namen van de zes leden tellende werkploeg opsomt. Het bestuurslid en lid van de werkploeg van Hellevoetsluis vindt het eigenlijk ‘niet nodig’ dat de schijnwerpers op hem komen te staan. Daarom ‘controleert’ hij nog even goed of de opgeschreven namen kloppen.

    Met Cor Waalboer, Rob Krijgsman, Ruud Wesie, Henny van Aken en Hans van der Jagt is de gepensioneerde inwoner van Hellevoetsluis (72) verantwoordelijk voor het up-to-date en schoon houden van de accommodatie van de club. “Alleen de velden doen we niet”, zegt hij even later als hij over het hoofdveld loopt. “Dit veld is aan vervanging toe, maar daar gaat de gemeente over.”

    Hij wijst op twee reclameborden die klaar liggen om opgehangen te worden. “Dat soort klusjes doen wij. We zijn inmiddels aan de tweede ring bezig. Na ieder seizoen kijken we of de borden nog schoon zijn. De borden hangen daar onder bebosing. Daar komt snel viezigheid op. Je kan het niet maken als een bord onder het groen zit.”

    Hellevoetsluis is eigenlijk de tweede voetballiefde van De Nekker, die opgroeide in Rotterdam-Zuid en lid werd van de legendarische club De Musschen. Hij voetbalde er zelf in het eerste. “Een paar jaar maar hoor”, probeert hij zijn rol te minimaliseren. “In die tijd speelde De Musschen op het hoogste niveau op zondag, in de eerste klasse. In Zuid had je echte topclubs, Spartaan’20, CVV, Zwart-Wit’28. Op Spartaan’20 na zijn al die clubs verdwenen. Sommige door een faillissement, andere door een fusie.”

    “De Musschen is op een gegeven moment samengegaan met DEH, wat later weer is opgegaan in SV Charlois.”

    De Nekker had toen al zijn tweede liefde ontdekt. “Mijn zoon ging bij Hellevoetsluis voetballen op de zaterdag. Weliswaar op standaardniveau, maar de zondag was toen het vlaggenschip. Ik werd

    al snel gevraagd voor elftalleider. Ik heb ja gezegd, onder de voorwaarde dat ik met het iemand anders zou gaan doen. Arie Mos was dat.”

    “In het begin was er niks. We hebben dat langzaam opgebouwd. Je kent het wel. Een sponsor voor tenue, een trainingspak.” Hij kon toen nog niet weten dat de zaterdag later de zondag zou verdringen. “Ik ben al snel in het bestuur gekomen. Daar zit ik inmiddels 22, 23 jaar in.”

    En als je bestuurslid bent bij Hellevoetsluis dan heb je, zo lijkt het, een aanstelling voor het leven. “Het zegt wel genoeg dat ik sinds ik in het bestuur zit twee voorzitters heb meegemaakt. De vorige voorzitter Ton Lammers is in het bestuur gebleven nadat hij is opgevolgd door Edwin Boogaard. We kunnen lezen en schrijven met elkaar. Dat is ook de kracht van Hellevoetsluis. Stabiliteit, samen tot iets moois komen.”

    Hij is zelf al jarenlang wedstrijdsecretaris bij de senioren. Zeven elftallen heeft hij onder zijn hoede. “Het is allemaal een stuk eenvoudiger geworden door die wedstrijd-app. Vroeger moest je alle wedstrijdformulieren met de hand doen.”

    Hij is zaterdag altijd op de club. Vanuit de commissiekamer houdt hij de boel in de gaten. “Ik ontvang scheidsrechters en de bezoekende partij. Ik overhandig hen de sleutels van de kleedkamers en vertel welk veld ze spelen. Ook als er doordeweeks wordt gevoetbald, ben ik er.”

    En na een korte stilte: “Eigenlijk ben ik iedere dag. Vandaag wordt er gesport door leerlingen van de basisschool. Als ze mij nodig hebben, weten ze me te vinden.”

    Hij heeft dat nog niet gezegd of er meldt zich een leraar in de deuropening. De toiletten in kleedkamer zes en zeven zijn verstopt. “Ik ga zo wel even kijken”, antwoordt De Nekker.