Jeremy de Jong speelt al vanaf jonge leedtijd bij de dorpsclub. De keeper heeft alle jeugdelftallen van Rood-Wit doorlopen maar moest noodgedwongen een half jaar bij de senioren het doel verdedigen.

De Jong begon met voetballen als veldspeler. “Na twee jaar kreeg ik steeds meer de neiging om te gaan keepen, want een hele wedstrijd achter de bal aanrennen is niet echt mijn ding”. De keeper moet het gevaar doven als er op doel wordt geschoten. “Toen ik die gedachte kreeg wilde ik gaan keepen en dat is nooit meer veranderd”.

Huidig seizoen worden er bijna tot geen wedstrijden gespeeld door het corona virus. “Gelukkig gaan de trainingen nog wel door en gaat het voetballen onder elkaar nog wel door”. De Jong mist het spelen met zijn elftal toch het meeste van allemaal. “Hopelijk kunnen we zo snel mogelijk weer het veld op en de strijd aangaan met de andere clubs voor het kampioenschap”. Een ritueel voor de wedstrijd heeft de doelman niet. “Ik neem alleen even diep adem en dan ben ik helemaal gefocust. Na de wedstrijd drinken we altijd een pilsje met het team”.

De Jong blinkt uit als hij naar de linkse hoek moet duiken. “Ik vlieg elke kant op als ik het doel sta maar links is toch mijn betere hoek.” Het gevoel als je naar de hoek duikt en de bal stopt is een geweldig gevoel zegt de doelman.  “Je bent de persoon die moet zorgen dat de bal niet in het net beland. Mijn één op één is ook goed, want ik kom met volle snelheid op de bal af en maak een sliding.

De doelman vindt het belachelijk dat mensen zeggen dat keepers gek zijn. “Het enige verschil dat wij keepers hebben, is dat wij handschoenen dragen en met slecht weer door de modder liggen te rollen”. In de toekomst hoopt de keeper om bij Rood-Wit 1, 2 of 3 te mogen gaan spelen. “Ik heb op jonge leeftijd al een half jaar mogen meespelen en dat was supergezellig”. Op een zondag spelen vindt hij superleuk.

Klik hier voor meer artikelen over Rood-Wit.
Klik hier voor meer informatie over Rood-Wit.