Vierde worden én een periode pakken. Bij Nieuwkuijk kunnen ze terugkijken op een uitstekend debuutseizoen in de tweede klasse. Maar garanties voor dit seizoen, biedt dat natuurlijk niet, weet ook trainer Ronny Everaerts. “Het tweede jaar na een promotie is altijd lastiger.”
Een soort gouden regel, of zit zoiets gewoon tussen de oren? Everaerts (52) weet het antwoord zelf ook niet zo goed. “In het eerste jaar wil je jezelf altijd extreem bewezen. Maar daarnaast, moet je ook niet vergeten dat we tegen clubs spelen die drie keer zo groot zijn als Nieuwkuijk.” Toch heeft de tweedeklasser na een stroeve start, inmiddels zijn draai aardig gevonden. “Dat zie je direct terug in de resultaten. Onze kracht is dat we er in de laatste jaren in de breedte op vooruit zijn gegaan.”
In geslaagd
Maar ondanks de successen, Everaerts werd in zijn eerste seizoen direct kampioen met de club, blijft hij met beide benen op de grond staan. “We zijn een heel kleine club, die vorig jaar voor het eerst in de tweede klasse speelde…” Al was daar weinig van te merken, met een vierde plek én nacompetitie. “Dat is echt uniek. Voor een club als Nieuwkuijk is dat ongekend.” Hoe kijkt hij terug op dat seizoen? “In het begin moesten we echt wel wennen aan het niveau. Aan de snelheid, maar ook dat ieder foutje wordt afgestraft. Die ervaring hadden we nog helemaal niet.” Toch duurde dat niet lang, memoreert Everaerts. “Op een gegeven moment werden we een ploeg die heel moeilijk te verslaan was.” Zaak om die lijn, dit jaar door te trekken. “Deze competitie is meer fysiek, terwijl er in ‘West’ meer voetbal zit.” Is dat een nadeel voor zijn ploeg? “Dat fysieke kunnen we zelf ook wel, maar we hebben meer een voetballend idee.” Een ontwikkeling die Nieuwkuijk onder zijn leiding, in de afgelopen drie jaar heeft doorgemaakt. “Het is echt het succes van een collectieve groep. We hebben vooral stappen gemaakt in het voetballen. Overal zit een idee achter en we gaan altijd op zoek naar de voetballende oplossing.” En dat niet alleen. “Spelers zijn individueel beter geworden. Samen met mijn stafleden, hebben we ze naar een hoger niveau kunnen krijgen. Daar ben ik heel trots op.” Aan de randvoorwaarden, ligt het wat Everaerts betreft dan ook niet. “De club past goed bij me! Ik ben een trainer die het beste rendeert bij dorpsclubs. Juist omdat je daar kunt werken met eigen jongens. Dat is voor mij het mooiste wat je kunt hebben. Dat is toch een soort eigen visitekaartje.” Zeker als je daar, het maximale uit weten te halen. “Daar zijn we de afgelopen drie jaar denk ik aardig in geslaagd!”
Het maximale
Al blijft Everaerts realistisch. “Ons eerste doel is om er dit seizoen drie onder ons te houden en daarna te kijken wat er mogelijk is. Zo hebben we het vorig jaar ook gedaan.” Met uiteindelijk dus een vierde plaats tot gevolg. “Daarmee hebben we onszelf echt op de kaart gezet! Daarom was het ook geen teleurstelling dat we niet promoveerden.” Aan promoveren, denkt de inwoner van Best nu voorlopig sowieso niet. “Het moet bij ons allemaal een beetje heel blijven.” Zo min mogelijk blessures én wat geluk hebben. “Er zijn weinig ploegen waarvan we hoeven te verliezen, maar dan moet het wel een beetje meezitten. Anders is het gewoon keihard werken.” En dingen beter doen. “Vooral in het lezen van een wedstrijd. Wat moet ik nu doen?” Hoe dan ook. “Voorlopig ben ik trots op het feit dat we de hoogst spelende club in de regio zijn.” Aan fanatisme, dan ook geen gebrek. “Ik ben een échte voetbaltrainer. Iemand die er het maximale uit wil halen.” Ook na 25 jaar als hoofdtrainer. “Ik vind het nog steeds mooi om dingen waar je op traint, terug te zien in een wedstrijd. Dat geeft veel voldoening, zeker met deze groep. Het zijn allemaal vrienden van elkaar. Daarom werk ik zo graag bij een dorpsclub.” Toch komt daar na dit seizoen, een einde aan. Bij Nieuwkuijk dan tenminste. “Ik heb het altijd uitstekend naar mijn zin gehad en ben trots dat ik hier trainer ben geweest, maar je weet ook dat je niet eeuwig kunt blijven…”
Klik op Nieuwkuijk voor het laatste artikel over de club.

