Hellevoetsluis-voorzitter Edwin Boogaard kijkt met een ‘enorm trots gevoel’ terug op de viering van het honderdjarig jubileum van zijn club vorige maand. “Een uniek feest”, zegt hij. “Als ik de week in één woord moet vatten: fantastisch.”
Het absolute hoogtepunt was volgens Boogaard de grote feestavond voor alle leden van de club. “De sfeer, de ambiance, alles klopte gewoon. Er is geen onvertogen woord gevallen. Sterker nog, ik denk zelfs dat niemand boos naar een ander heeft gekeken.”
De viering van het honderdjarig bestaan leverde Hellevoetsluis ook nog een tastbaar resultaat op: de club kreeg de Koninklijke Erepenning. “Ik zie dat als een enorme blijk van waardering voor wat we als voetbalclub de afgelopen honderd jaar hebben gepresteerd”, reageert Boogaard. “We hadden die erepenning zelf aangevraagd, maar dan is het maar de vraag of je ‘m ook daadwerkelijk krijgt. Je moet voldoen aan negen eisen.”
Omdat de KNVB als bond al eerder koninklijk is onderscheiden mag Hellevoetsluis zich niet ‘koninklijk’ noemen. Koninklijke HFC mag die titel wel dragen omdat de nationale bond destijds nog niet koninklijk was. “We zijn dan niet koninklijk, maar mogen uitingen van de onderscheiding wel overal laten terugkomen”, zegt Boogaard. “Dan moet je denken aan briefpapier en onze sociale media. We mogen het ook onder ons logo op het clubshirt zetten. We zijn nu aan het bekijken hoe we daar vorm aan gaan geven.”
Het feestje van de honderdjarige is overigens nog niet voorbij. Met de organisatie van het Gouden Eeuw-toernooi in de voorbereiding op het nieuwe seizoen krijgt het jubileum nog een mooi staartje. Op zaterdag 24 augustus komen zeven andere clubs van het eiland (Rockanje, FC Vlotbrug, Nieuwenhoorn, OHVV, Zwartewaal, Brielle en Vierpolders) naar de Brielsestraatweg. Het toernooi is volgens Boogaard een knipoog naar de Jan de Bakker Bokaal, het toernooi dat
jarenlang bij Hellevoetsluis werd gehouden. “Het Gouden Eeuw toernooi hebben opgetuigd ter ere van de Jan de Bakker-bokaal. Dat was een illuster toernooi dat een belangrijk deel heeft uitgemaakt van onze geschiedenis.” Boogaard sluit niet uit dat er bij succes een vervolg komt. “Ik ben wel van het idee dat je moet voortborduren op iets wat goed is.”
In de leunstoel stilzitten doet Hellevoetsluis, nu het toegetreden is tot de elite van 100 jarige clubs, niet. Boogaard en zijn bestuur zitten vol plannen. Een deel daarvan is al concreet. “In de zomer gaan we de bar verbouwen en de overkapping doortrekken”, vervolgt Boogaard. “Ook zijn er plannen om het interieur in de kantine te vervangen.”
Een groot project is de bouw van een nieuwe tribune, inclusief vier of vijf nieuwe kleedkamers. Door de groei van de club de laatste jaren is de huisvesting aan de krappe kant geworden, geeft Boogaard aan. “Als we om twaalf en half drie ’s middags volle bak hebben, komen we nu eigenlijk twee kleedkamers tekort. We hebben er nu tien en zitten te springen om meer.”
De financiering is volgens Boogaard al vrijwel rond. “Het is een grote uitgave van rond de zes ton. De gemeente Hellevoetsluis heeft een regeling dat voor een derde van dit bedrag subsidie wordt verstrekt. De rest van het geld komt uit ons eigen vermogen en een lening bij de bank. Doordat de btw-regeling is veranderd zijn de plannen iets vertraagd, maar ik verwacht dat we over afzienbare tijd kunnen gaan bouwen.”
Daarnaast heeft het kunstgras van het hoofdveld de aandacht. Dat is aan vervanging toe. Boogaard: “De toplaag is onlangs op ons verzoek voor de tweede keer gekeurd door een extern bureau. Zolang het veld door de keuring komt, voelt de gemeente geen druk om het te vervangen. Dit of volgend jaar, eens zal het moeten gebeuren, want intussen ligt deze mat er al acht jaar.”