Olympia’60 groeide de afgelopen tien jaar hard. Nu de grens van zeshonderd leden is gepasseerd vergt dat bijsturing van het gevoerde beleid. Vooral op ‘technisch’ gebied. “We evolueren en blijven vooral wat we zijn: een club voor iedereen”, aldus voorzitter Corné Thomassen.
Thomassen trad onlangs aan als voorzitter van Olympia’60. Een club die de afgelopen jaren duidelijk in de lift zit: van vierhonderd leden in 2013 naar ruim zeshonderd eind 2022. “We zijn nog steeds dezelfde club, maar we zijn met meer en zijn nu op een punt aangekomen dat we onze koers moeten aanpassen”, zegt Thomassen, vader van drie voetballende zoons. “Vandaar dat we al een tijdje met elkaar aan het nadenken zijn hoe we dat willen invullen en hoe we dat willen gaan uitvoeren.”
Een geupdate technisch beleidsplan, dat nog moet worden vastgesteld door het bestuur van de club, geeft antwoorden op de vraag hoe de club moet omgaan met het toegenomen spelersaanbod.
“We hebben jarenlang één team gehad per leeftijdscategorie”, vervolgt René Vermeulen, bestuurslid technische zaken. “We hebben daardoor nooit hoeven na te denken over enig beleid met betrekking tot plaatsing van spelers in een team. Je kwam als spelertje in het elftal op basis van je leeftijd. Dat was het. Inmiddels is dat compleet veranderd door onze schaalvergroting. We hebben in alle leeftijdscategorieën meer teams gekregen. We hebben dit seizoen ook voor het eerst twee elftallen in de JO19.”
Volgens Vermeulen was het indelingsbeleid bij de jeugd de afgelopen jaren gebaseerd op korte termijn. “Dat probeerden we met elkaar zo goed mogelijk te doen, maar we zijn nu zo groot geworden dat er behoefte is aan structuur op dit gebied. Duidelijke richtlijnen die helpen bij die indeling.”
Daarbij ontkomt de club er niet aan om op kracht in te delen. Vermeulen neemt evenals zijn voorzitter liever niet het woord selecteren in de mond. “Wij willen zeker niet de kant op van selectie- en niet-selectieteams”, zegt hij. “Dat zou het verkeerde signaal zijn naar onze leden.” Dat past volgens Thomassen ook helemaal niet bij de soort club die het ‘Feyenoord’ van Dongen wil zijn en blijven.
“Wij hebben een duidelijk DNA. Niet voor niets is ons motto ‘AllemaalOlympia’. Dat komt in de omgang met elkaar terug, maar ook in concrete zaken als uniformiteit van de clubkleding. Iedereen is bij ons gelijk, samen vormen we de club en ontstaan vriendschappen voor het leven. Bij de teamindeling kozen we voor vriendjes bij elkaar. Het moet vooral leuk zijn.”
Maar de club vindt ook dat elke speler op eigen niveau moet spelen en moet worden uitgedaagd. “Daarom streven we ernaar om de betere voetballertjes bij elkaar te laten spelen, maar het uitgangspunt blijft om alle teams gelijkwaardige faciliteiten aan te bieden. We maken geen onderscheid tussen de JO10-1 en JO10-3 om een bijvoorbeeld te geven.”
Thomassen noemt het gezonde sportieve ambities die passen binnen de identiteit van Olympia’60. “Met het eerste elftal willen we op termijn naar de derde klasse en dat hoeft heus niet met elf zelf opgeleide spelers. Dat mag een mix zijn van spelers uit de eigen jeugd met een paar jongens die van elders komen. Als ze maar binnen onze cultuur passen en trots zijn het shirt van Olympia’60 te dragen.”
Klik op de link voor meer artikelen over Olympia’60
Klik op de link voor meer informatie over Olympia’60