Kampioen worden of promoveren via de nacompetitie. Vierdeklasser DSE zette aan het begin van dit seizoen hoog in. Maar voorlopig, voldoet de ploeg van Liam Derijck met een plek bij de eerste drie, aan alle verwachtingen. Toch blijft de middenvelder op zijn hoede. “Het is nog niet klaar, hè?”
Al heerst er, ook bij de 25-jarige Derijck, voorlopig tevredenheid. “We kunnen tevreden zijn met een derde plek. Rood Wit was gewoon twee keer echt te sterk en ook Rimboe voetbalt goed.” Toch maakt ook DSE, dit seizoen een sterke indruk. “We scoren makkelijk en geven weinig weg. Verdedigend staat het stabiel.” Mede door het uitblijven van blessures. “Daardoor hebben we weinig wisselingen en kunnen we meer met een vaste elf spelen. Dat zorgt voor vastigheid.” In combinatie met een verbeterde algehele fitheid, een garantie voor succes. “Ons doel was om in ieder geval bij de eerste drie te eindigen.”
Klaar voor
En dat lijkt te gaan lukken. “Het kampioenschap wordt lastig, maar ik denk dat we wel de nacompetitie in gaan.” Voor promotie naar de derde klasse. “Soms heb ik het gevoel dat we er klaar voor zijn, soms ook weer niet. Het zit er wel in, alleen is het te wisselvallig. Dat maakt het moeilijk om te zeggen.” Want, zo is Derijck eerlijk. “Als we een doelpunt tegenkrijgen, laten we nog wel eens onze koppies hangen en worden we slordig.” Mochten ze bij DSE promoveren, moet dat eruit, denkt hij. “Dat is én blijft, wel een puntje bij ons. Al gaat het steeds beter.” Vertrouwen, heeft de inwoner van Etten-Leur dan ook genoeg. “Ooit hopen we weer een derdeklasser te kunnen worden.” Zijn ze er dan, in tegenstelling tot twee jaar geleden, wel klaar voor? “Toen ging het gewoon allemaal net wat te snel voor ons… Dat is nu denk ik niet meer het geval.”
Loopvermogen
Ook persoonlijk, heeft Derijck zich in de afgelopen seizoenen ontwikkeld, vertelt hij. “In de jeugd speelde ik altijd als middenvelder, maar in mijn debuutseizoen bij het eerste, werd ik rechtsback. Dat was wel even wennen.” Even wennen of niet, dat seizoen leverde hem direct een kampioenschap op. Toch keerde hij in de jaren daarna, terug op zijn oorspronkelijke positie. “Mijn voorkeur ligt op het middenveld.” Als nummer acht. “Ik ben van de vuile meters. Iemand met veel loopvermogen, die ruimte creëert voor anderen.” Box-to-box dus. “Tot nu toe moet ik het niet echt hebben van de goals en assists. Vooral assists, zou ik meer willen geven.” Bij de club waar het voor hem op zevenjarige leeftijd allemaal begon. “Vroeger ging ik altijd al kijken bij het eerste, dan hoopte ik daar ooit zelf ook te staan.” Die droom eenmaal in vervulling zien gaan, denkt Derijck niet aan een vertrek. “Ik blijf lekker bij DSE, tot ik niet meer kan.” En dat is niet voor niks. “Het is een gezellige club en iedereen kent elkaar. Met de meeste jongens uit het eerste, speel ik al heel mijn leven samen!”