Op zoek naar een nieuwe uitdaging belandde Michaël de Boer afgelopen zomer bij vierdeklasser NEO’25. Na een aantal goede gesprekken besloot de Tilburger ervoor te gaan – en inmiddels, een paar maanden en een degelijke seizoenstart verder, heeft hij daar geen seconde spijt van. “Het voelt voor mij al niet eens meer als een nieuwe club.”
Dat gevoel had hij eigenlijk al meteen tijdens de eerste kennismaking. “Alles was heel transparant en gemoedelijk. Gewoon lekker babbelen, precies zoals ik ben.” Na een jaar als assistent-trainer van de JO15 van Willem II was hij klaar voor iets nieuws. “Voetbal is mijn grootste passie. Ik wilde weer ergens instappen voor de langere termijn.”
Die plek vond hij in Sprang-Capelle.
“Bij NEO’25 klopte alles vanaf het begin. Het is een intieme club, precies waar ik naar op zoek was.” Helemaal onbekend was de vierdeklasser niet; De Boer had de ploeg al eens zien spelen en hoorde positieve verhalen van collega’s en vrienden. “In de praktijk blijkt het zelfs duizend procent waar. Veel betrokkenheid, maar ook de vrijheid om te werken zoals jij dat wilt. En er staan veel mensen langs de lijn die met passie meekijken. Dat is best uniek voor een club in de vierde klasse.”
Aan De Boer de taak om met deze jonge maar talentvolle selectie stappen te maken. “Ik ben een trainer die pushen om te voetballen. Ik heb een hekel aan de lange bal. We willen verzorgd opbouwen en zonder bal mag niemand stilstaan. Ballen tonen en durven: dát wil ik zien.” Tot nu toe ziet hij dat terug. “Het is genieten om te zien dat ze het oppakken.”
Toch heeft het elftal nog tijd nodig. “NEO’25 was de laatste jaren gewend om vooral te gaan, gaan, gaan. Nu spelen we meer positiespel. Dat vraagt om het herkennen van momenten.”
De Boer is kritisch: “Ik ben nog niet tevreden met het aantal punten. We moeten constanter worden. De verschillen binnen wedstrijden zijn te groot. Misschien is het ook mentaal.”
Verdedigend staat het steeds beter, maar er is nog iets anders nodig: goals. “We moeten meer scoren. De potentie om mee te doen voor de prijzen is er. Top vier zou mooi zijn, al wordt dat lastig. Soms moet ik die jonge gasten juist afremmen in hun euforie.”
De Boer brengt ondertussen een bak ervaring mee uit de jeugdopleiding van Willem II, waar hij vorig seizoen als assistent-trainer werkte. Een bijzondere ervaring, zeker omdat hij zelf ooit in de jeugd van de club speelde. Zijn voetbalreis begon echter in Frankrijk. “Mijn moeder komt uit Frankrijk, dus ik begon bij Olympique Marseille. Toen ik tien was, verhuisden we naar Nederland.”
Via FC Den Bosch, Willem II en FC Eindhoven ontwikkelde hij zich als middenvelder met “een gouden linker”, veel inzicht en techniek. “Ik was absoluut geen loper, maar wel een leiderstype en vaak aanvoerder.”
Blessures gooiden echter roet in het eten. “Steeds spierblessures. Op een gegeven moment verloor ik het plezier. Later scheurde ik ook nog mijn kruisband en meniscus.”
Zijn liefde voor het spel vond hij terug in het trainerschap, waarin hij inmiddels tien jaar ervaring heeft opgedaan bij onder andere TSV NOAD en FC Tilburg. “Daar heb ik echt de kans gekregen mezelf te ontwikkelen.”
Zijn eigen voetbalschoenen blijven ondertussen in de kast. “Als ik zou spelen, kan ik drie dagen de trap niet op. Dus ik laat het maar zo.”
Met zijn drukke baan als senior projectmanager en zijn ambitie met NEO’25 heeft hij genoeg omhanden. “We moeten zo snel mogelijk naar de derde klasse. Dat is het doel.”
Klik hier voor meer artikelen over NEO’25 .
Klik hier voor meer over NEO’25.

