Peter Marcel Nauta brengt Rozenburg in rustig vaarwater

    0
    207

    “Rozenburg een gok?” “Nee, hoor”, reageert Peter Marcel Nauta gedecideerd. Hij begrijpt wel waar de vraag vandaan komt. Rozenburg was de afgelopen jaren nou niet bepaald het toonbeeld van stabiliteit. Menig trainer (Dennis Zaal, Mark van Os) sneuvelde er, de spelersgroep zou ‘moeilijk’ en ‘onhandelbaar’ zijn.

    “Ik had die verhalen ook gehoord”, zegt Nauta (50). “Rozenburg is inderdaad een kerkhof geweest voor trainers. Toen ik in beeld kwam bij Rozenburg hebben diverse mensen gezegd: ‘moet je dat wel doen?’. Ik heb me daardoor niet laten afschrikken. Ik kan alleen afgaan op mijn eigen ervaringen. En die zijn dat dit een prima club en een prima spelersgroep zijn.”

    Hij kwam relatief laat binnen. “Het eerste gesprek met Rozenburg had ik pas ergens in juni. Na De Jonge Spartaan waren er wel clubs voorbij gekomen, maar die waren voor mij niet interessant genoeg. Als ik een club ga doen, moet de potentie er wel zijn. Met de JO19, een tweede elftal. Afi jn, de juiste club zat er dus niet tussen en ik had me min of meer verzoend met een verplichte sabbatical, totdat Rozenburg belde.”

    Rozenburg had dus de stempel dat het een moeilijke spelersgroep zou hebben, maar daar merkte Nauta eigenlijk niks van. “Ja, deze groep is anders dan die van De Jonge Spartaan, maar dat komt vooral door de omgeving. De Jonge Spartaan is dorps, spelers volgzamer. Rozenburg heeft een wat stadser mentaliteit, spelers hebben eerder een weerwoord. Is dat lastig? Nee, ik vind van niet. Bovendien: die paar boefjes in mijn elftal heb ik graag. Ik hoef geen elf schoothondjes.”

    Volgens Nauta draait het om respect. “Als je fatsoenlijk met elkaar omgaat, is niks een probleem”, is hij stellig. “Belangrijk daarbij is dat je duidelijk bent naar elkaar. Leg realistische doelen neer. Ga niet roepen wat je team niet kan waarmaken.”

    Hij merkte dat de clubleiding hem geen vaste opdrachten wilde meegeven. “Dat was, vermoed ik, mede ingegeven door de teleurstellingen van de afgelopen tijd. Het bestuur was voorzichtig. Ik heb zelf met de spelersgroep om tafel gezeten: wat willen jullie? Daar kwam uit dat men wilde spelen voor een periodetitel. Prima, voor dat doel zijn we gegaan.”

    Hij begrijpt dat er nog supporters zijn die vinden dat Rozenburg snel hogerop moet. “Maar het Rozenburg van destijds is niet meer. Dat is verleden tijd. We leven in het hier en nu. En daar passen realistische doelen bij. De eerste klasse is op dit moment gewoon niet realistisch. De tweede klasse is een ander verhaal. Op termijn zie ik ons wel doorgroeien naar een stabiele tweedeklasser.”

    Hij zegt blij te zijn met de steun van ervaren spelers in het veld. “Die geven je als trainer een handvat”, zegt hij over Bryan van der Laan, Regilio van Buuren en Nick de Bil. “Bryan is dan wel ervaren, maar nog maar 25 jaar. In balbezit heeft hij zoveel kwaliteit. Hij heeft ook zijn verbeterpunten, zoals zijn verdedigende taken.

    Daar hebben we het samen zo nu en dan ook over. Regilio is begonnen als centrale verdediger, maar ik heb hem al snel op het middenveld geposteerd voor de balans. Nick doet het voorin geweldig. Hij scoort veel, maar geeft ook veel assists. Hij is een perfect aanspeelpunt. De ervaren jongens zijn belangrijk, maar ook de jeugd doet het goed. Sander Kraaijeveld is nog maar achttien maar heeft wel standaard als rechtsback gespeeld.”