Meer dan 60.000 volgers op Instagram, een wedstrijd tegen futsallegende Ricardinho en 18 interlands voor Marokko maakt Nabil Akaazoun (34) één van de grote namen in het futsal. Nog één keer wil hij alles uit de kast halen.
Voetballers met een gedurfde mening behoren tot een uitstervend ras. Af en toe klinkt er nog een stem die precies zegt wat het hart hem in geeft. Nabil Akaazoun heeft die stem. Hij vertelt openhartig over hoe hij serieus geld verdiende op jonge leeftijd, zijn onenigheid met een bondscoach, zijn ontmoeting met Ricardinho en nog veel meer.

“Als ik nu terugkijk, heb ik er spijt van dat ik niet voor het veld heb gekozen. Ik denk dat ik mezelf financieel onafhankelijk had kunnen spelen. Als jongen van vijftien jaar koos ik voor de zaal waar ik een flink bedrag per maand kon verdienen. Daarvoor liet ik mijn jeugdopleiding bij FC Utrecht links liggen.”
Momenteel speelt Akaazoun bij RKAV Volendam, waar het hem minder om de centen gaat. “Natuurlijk verdien ik wel wat. Maar het is vooral de comfortabele leidersrol en de band die ik heb met trainer Hjalmar Hoekema waardoor ik bij Volendam speel.”
De carrière van de Amsterdammer kreeg een kickstart tijdens een straattoernooi in 2003. “De Edgar Davids Cup heette dat. Eerst was er een toernooi voor de jeugd. Die had mijn team gewonnen. Daarna waren de volwassenen aan de beurt. De jongens van Iepenplein, mijn pleintje, vroegen me of ik mee wilde doen. Ze wisten wat ik kon.”
En zo bereikte Akaazoun -als veertienjarige jongen tussen de volwassenen- de finale van het toernooi. “Maar de echte shine had ik gepakt in de halve finale. We speelden tegen een All Star team, de favoriet. Mijn idool Jermaine Vanenburg was daar de aanvoerder. Vanenburg en nog twee anderen wilden me drukken. Met één actie passeerde ik ze alle drie en gaf een assist. Het publiek werd gek. De finale verloren we helaas, maar ik had wel de prijs ‘beste speler van het toernooi’ gewonnen.”
‘Hoe Touzani er nu bij loopt, zo liep ik er toen bij’
Straatvoetballer Edward van Gils was één van de toeschouwers op het toernooi. Ook hij had gezien hoe het veertienjarige ventje, topspeler Jermaine Vanenburg te kakken had gezet. Van Gils stapte naderhand op Akaazoun af en vroeg of hij wilde zaalvoetballen bij Eredivisieclub ZVV Ter Beek. “Ik zat toen in de C-junioren van FC Utrecht en de twee clubs combineren was niet mogelijk. Ik besloot om te gaan voor ZVV Ter Beek. Dat is die straatmentaliteit: voor het geld gaan. Achteraf stom. Als ik me op het veld had gefocust, had ik misschien een paar jaar in de zandbak kunnen spelen zodat ik nu financieel onafhankelijk was. Daarbij was futsal toen hot. Ik voelde me het mannetje als ik over straat liep. Hoe Touzani er nu bij loopt, zo liep ik er toen bij.”
Op een gegeven moment belandde Akaazoun bij FCK De Hommel. “De Hommel was toen titelkandidaat. Toch ging het veldvoetbal weer kriebelen dus liet ik in een interview weten dat ik liever veldvoetbal wilde spelen.” Niet lang daarna werd Akaazoun gebeld. Het was Marino Pusic, destijds de assistent-trainer van NAC Breda. “Ik kwam terecht bij de beloften van NAC. Mijn doel was om later aan te sluiten bij de eerste selectie, maar opeens was daar een aanbieding vanuit Dubai. Ik kon meedoen aan een toernooi daar.”
Ricardinho en Falcão
Alleen al om mee te doen aan het toernooi in Dubai kreeg Akaazoun een bedrag op zijn rekening gestort waar je u tegen zegt. En zo liet hij voor de tweede keer in zijn carrière het veldvoetbal links liggen voor geld. “Dubai is de plek waar ik Instagram ontdekt heb. Met een actie liet ik een mannetje vallen, ik zette dat op Insta en mijn volgersaantal ontplofte. Op dat toernooi kwam ik ook tegenover Ricardinho te staan. Ik daagde hem uit met de bal om hem een panna te geven. Maar helaas kwam hij geen druk zetten op me. Na die wedstrijd kwam Falcão naar me toe. Hij zei dat hij mijn manier van voetballen nog niet eerder had gezien. Dat was leuk om te horen. Af en toe heb ik nog contact met hem.”
‘Voor geld kiezen is geen schande’
“Ik vind het geen schande om achter geld aan te gaan. Een aantal jaar geleden voetbalde ik nog elke dag. Niet om te overdrijven hè, echt elke dag. Wat ik daarmee wil zeggen: voetbal is het leukste wat er is, of ik dat nou doe in Dubai of in Nederland. Als ik er dan ook nog eens iets mee kan verdienen, waarom niet? Mijn enige fout is geweest dat ik te snel achter het geld ben aan gelopen. In het futsal is weinig geld te verdienen. Vroeger noemde ik het altijd een cafésport: het is voor erbij. Wel had ik altijd een doel met futsal. Ik wilde prof worden in het buitenland.”
Helaas voor hem is prof worden nooit gelukt. Wel is Akaazoun uitgekomen voor Marokko, momenteel de nummer zes van de wereldranglijst. “Mijn keuze voor Marokko was er één op sportief vlak, maar maakte ik ook omdat mijn band met de KNVB niet heel goed was. Ik was 17 jaar en aanvoerder van Oranje Onder 19. Bij een oefenwedstrijd tegen Leekster Eagles kwam de bondscoach van het eerste team, Marcel Loosveld, kijken. In die wedstrijd kregen we een tien-meter-trap. Jordany (red. Martinus) zou hem nemen. Dat was de afspraak. Toen besliste Loosveld even dat Yoshua (St. Juste) hem moest nemen. Dat hadden we niet afgesproken, dus ik werd boos en duwde mijn stoel omver. Het was echt niet expres maar die stoel kwam tegen de scheen van Loosveld. Na de wedstrijd riep hij zich bij me en zei dat ik Jong Oranje wel kon vergeten. Ik vind het flauw dat hij dat heeft gedaan.”

Het seizoen daarna scoorde een ietwat verbitterde Akaazoun 32 doelpunten voor FCK De Hommel. Genoeg reden voor de nieuwe bondscoach Max Tjaden om Akaazoun te benaderen. “Tjaden hoopte dat mijn mentaliteit veranderd was en dat ik spijt had van mijn gedrag. Ik legde hem uit dat ik nergens spijt van had en dat ik tijdens een wedstrijd gewoon veel gif in me heb. En ik had nooit bedoeld om die stoel tegen Loosveld aan te duwen. Aan het einde van het gesprek met Tjaden zei ik dat ik erover na zou denken.”
Na enig nadenken besloot Akaazoun dat Oranje een gesloten hoofdstuk was in zijn verhaal. Later werd hij alsnog international, maar dan voor Marokko. “In mijn eerste oefenwedstrijd tegen Angola scoorde ik er meteen twee. Toen mocht ik blijven. Uiteindelijk heb ik achttien interlands gespeeld voor Marokko.”
Van Barça naar Volendam
Daarna belandde de behendige flankspeler via Hovocubo -waar hij in de Champions League tegen FC Barcelona speelde- bij RKAV Volendam. “Ik voel me op mijn plek in Volendam. Dit zijn toffe jongens. Ik probeer ze tips mee te geven en heb ook inspraak in onze tactiek en speelstijl. Een comfortabele positie voor mij. Met Ramadan heb ik een Iftar georganiseerd. Iedereen van het team was er.”
Topspeler Akaazoun is gewend om voor de prijzen te vechten. In plaats van vechten voor de titel, ontliep Volendam vorig seizoen op het nippertje de degradatiezone. “Ik wil de groep niet afkraken, maar het niveau is inderdaad niet heel hoog. Maar goed, het zijn jonge jongens. Dit seizoen hebben we wat versterkingen gehaald waar ik heel tevreden over ben. Het wordt sowieso allemaal wat serieuzer bij Volendam: jongens zijn nu ook bereid om het veldvoetbal op te geven. Linker rijtje is nu de verwachting en de doelstelling.”
“Wat voor mij zelf het doel is, is om de oude Nabil weer terug te brengen. Voor het seizoen begon, ben ik met een personal trainer aan de slag geweest. Ik ben nog lichtvoetig en voel me fit. Ik wil nu nog één keer echt knallen. De jonkies moeten gaan oppassen. Ik ga dit seizoen alles uit de kast halen.”
Meer lezen over futsal? Klik dan op deze link!

