Toen zijn zoontje begon met voetballen en hij zelf toch altijd langs de lijn stond om te kijken, zag Dirk Floren het wel zitten om jeugdtrainer te worden bij DSE. En nu, inmiddels zeven jaar later, is de voormalig selectiespeler dat als trainer van de JO14 nog steeds. Vol passie en plezier. “Het is heel leuk om de progressie te zien.”
Begonnen als vader, van een voetballende zoon. Bij de JO7. “Dat was toen eigenlijk heel logisch. Ik was er toch altijd, dus vroegen ze: wil je niet eens assisteren?” Zogezegd, zo gedaan. “Dan kun je beter iets nuttigs doen, dan alleen kijken, toch? En ik vond het echt heel erg leuk. Vooral om te zien hoe snel ze progressie maken.” De liefde voor het spelletje én DSE, zit bij Floren (46) dan ook in het bloed. “Ik ben ondertussen alweer bijna veertig jaar lid.” Onder meer als speler van de selectie. “Een jaar of tien, waarvan vier seizoenen bij het eerste. Vanaf mijn 28ste heb ik het rustig aan gedaan, bij de Zaterdag 3.”
Een geheel
De voormalig verdedigende middenvelder of ‘Ausputzer’, zoals Floren zichzelf als voetballer omschrijft, mist het zelf voetballen zo nu en dan nog wel, vertelt hij. “Ik zou het heel graag willen, maar door artrose kan het helaas niet meer.” Toch heeft de oud-linksback, bij het eerste kwam hij op die positie terecht, zijn nieuwe passie helemaal gevonden. In het training geven dus. “Het is heel leuk om met die jonge gasten bezig te zijn en hun spelplezier én fanatisme te zien. Naast de progressie die ze maken.” Want ondanks dat het plezier voorop staat, probeert Floren er samen met Jozef Koeken en Jeroen Baremans ook qua ontwikkeling, natuurlijk het beste van te maken. “Voor inzet, heb je geen talent nodig, zeggen we altijd. Ons doel is om er echt één geheel van te maken. Zeker op deze leeftijd. Dan is het heel mooi, als dat lukt.” Zoals in de JO11. “Toen speelden we hoofdklasse, dat is voor een club als DSE, echt behoorlijk hoog.” Behalve daarvan, geniet Floren vooral van de vooruitgang die de spelers boeken. “Dat is uiteindelijk het leukste!” Hoe ze dat tijdens trainingen proberen te doen? “Alles is met bal. Passen als warming-up, daarna vaak wat groter, een positiespelletje en afwerken. Partijtje is op zaterdag, dus dat doen we niet altijd.” Kortom, overal wordt over nagedacht. “Op maandag doe ik de training volledig zelf en op woensdag neem ik de keepers apart. Dat vind ik belangrijk om te doen.” Ondanks dat hij het geven van een keeperstraining niet leerde, tijdens zijn VC1-cursus van de KNVB. “Daar ben ik mezelf in gaan verdiepen. Online kom je heel veel oefeningen tegen en alle trainingen die we hebben gedaan, bewaar ik.”
Eerlijk en fanatiek
Om ze thuis, zo nu en dan nog eens na te bespreken met zijn zoon, lacht Floren. “Het gaat bij ons eigenlijk altijd over voetbal. Ook al op de fiets er naartoe. Hij is misschien nog wel meer voetbal, dan ik.” Hoe het voor hem is, om zijn eigen zoontje training te geven? “Voor hem misschien lastiger, dan voor mij. Soms ben je ongemerkt toch wat strenger. Maar ik vind het vooral mooi om hem zo bezig te zien en dit samen te hebben.” In een team, dat elkaar inmiddels al jarenlang kent. “Van de voetbal, of van school. Vaak gaan ze ook bij het eerste kijken. Het is echt één clubje.” Een clubje, waar Floren de komende jaren maar wat graag onderdeel van uit wil blijven maken. “Tot mijn zoon zegt dat hij het niet meer wil. Dan ga ik gewoon een ander team doen.” Want zonder het trainerschap, kan de inwoner van Etten-Leur inmiddels niet meer. “Het liefste ga ik lekker op deze voet door bij DSE.” Aan de randvoorwaarden, ontbreekt het dan ook niet. “De vereniging is enorm gegroeid, maar toch voelt het nog altijd als een compact, sfeervol en gemoedelijk clubje. En alles is goed geregeld! Qua spullen, maar ook begeleiding. Zo heeft iedere leeftijd, een eigen coördinator.” Welke leeftijdscategorie vond hij het leukste om training te geven? “De JO13 was heel erg leuk, omdat ze dan voor het eerst op een groot veld gaan spelen. Dat is voor die jongens een hele omschakeling. Veel meer ruimte en harder lopen.” Een uitdaging, waar Floren wel van kan genieten. “Ik ben een eerlijke én fanatieke trainer. Iemand die houdt van een lolletje, maar wel pas aan het einde van de training. Anders gaan ze ermee lopen.” Want wedstrijden winnen, blijft voor hem uiteindelijk het mooiste wat er is. “Daar krijgt iedereen een goed gevoel van, toch?”
Klik op DSE voor meer artikelen over de club.
Klik op DSE voor meer informatie over de club.
        




