‘Ik was vaak veel te lief in de duels’

0
215

Met een meer volwassenere ploeg, hoopt Baronie dit seizoen in de Vierde Divisie stabieler te kunnen presteren. Want nadat de club uit Breda vorig jaar vooral tegen de mindere teams punten liet liggen, eindigde het uiteindelijk als zevende. En dat kan beter, denkt Lars de Roos. “We moeten meedoen voor een periode en de top vijf.”

Iets wat er afgelopen seizoen, eigenlijk ook al wel in had gezeten voor Baronie, is de 23-jarige De Roos van mening. “Als je ziet wat we hebben laten liggen. We deden het goed tegen de bovenste ploegen, maar verspeelden vervolgens punten tegen de mindere teams. Daar moeten we proberen meer één lijn in te houden. Dat wisselvallige moet eruit.” En met de ervaren jongens die erbij zijn gekomen, moet dat volgens de inwoner van Breda gaan lukken. “We hebben nu een volwassenere ploeg, dus ik verwacht en hoop dat we het beter gaan doen.”

Ziekenhuis

In zijn inmiddels derde seizoen bij de club, nadat hij ooit begon met voetballen bij Bavel en later het shirt droeg van Kozakken Boys en het Belgische Hoogstraten. Hoe bevalt het tot nu toe op Sportpark De Blauwe Kei? “Ook een beetje wisselvallig. Mede door de verschillende trainers. Ik werd gehaald als centrale verdediger, maar ben daarna op zes gezet. Dat is meer mijn positie.” Ondanks dat De Roos in de jeugd bij Willem II en NAC, eigenlijk altijd verdediger is geweest, vertelt hij. “Ik houd van risico’s nemen, dus op die plek kom ik meer tot mijn recht.” Zeker nu, onder Ad van Seeters. “De trainer vraagt heel veel van ons als middenvelders. We zetten hoog druk, daardoor moet je veel lopen. Dat was ik niet gewend.” Ook niet toen hij over de grens voetbalde, bij het Belgische Zwarte Leeuw. De club die De Roos twee jaar geleden verliet voor Baronie. Sterker nog, daar kende de twintiger de nodige fysieke problemen. “In België heb ik heel veel last gehad van mijn schouders. Eerst schoot bij Hoogstraten mijn linkerschouder door een duw uit de kom, vervolgens gebeurde hetzelfde bij mijn rechter.” Twee operaties volgden. “In totaal zijn mijn schouders misschien wel vijftig keer uit de kom gegaan, dan was op een gegeven moment niet meer te doen…” Toch kon het nog erger. “Na een operatie kreeg ik last van inwendige bloedingen, toen heb ik vijf dagen in het ziekenhuis gelegen.” Inmiddels, is dat alles achter de rug. “Ik heb er nu geen last meer van. Alleen soms nog wat stijfheid, maar dat gaat er niet meer uit.” Angst, heeft De Roos in ieder geval niet. “Als ik aan het voetballen ben, houd ik me zeker niet in!”

Harder zijn

Zijn overstap naar Baronie, heeft dan ook positief voor hem uitgepakt. “In België werd het lastig om aan spelen toe te komen en ik wilde zelf graag weer veel minuten gaan maken. Dus ik was, en ben nog steeds, blij dat ik hier die kans kreeg.” Ook de band met zijn vader Mark, is daardoor een stuk beter geworden. “Hij heeft hier vroeger zelf ook in het eerste gespeeld en komt regelmatig kijken.” Al had het voor De Roos, allemaal ook heel anders kunnen lopen. “Ik heb één jaar in de jeugd van Willem II en vijf jaar bij NAC gespeeld.” Een leerzame periode. “Niet alleen qua voetbal, maar ook qua discipline. En het staat goed op je CV.” Zo vocht De Roos onder meer duels uit met Brian Brobbey, Mohamed Ihattaren en Joshua Zirkzee. En deelde hij de kleedkamer met Bart Verbruggen en Boris van Schuppen. “Die spreek ik nu nog steeds.” Tot een doorbraak in het profvoetbal, kwam het uiteindelijk echter niet. “Tuurlijk is dat altijd een teleurstelling, als je weg moet. Soms kijk ik nog wel eens beelden terug, dan krijg ik het gevoel dat het écht anders had gemoeten. Ik was vaak veel te lief in de duels, moest een stuk harder zijn.” Al speelde een groeiziekte, hem daarbij ook parten, legt hij uit. “Zeker in de jeugd, was ik niet zo groot. Nu gaat dat, door het slikken van medicatie, gelukkig goed.” Na zijn vertrek bij NAC, De Roos was destijds vijftien, kwam hij bij Bavel in het eerste terecht. “Ik maakte al snel mijn debuut en uiteindelijk is dat wel goed voor me geweest. Om van de jeugd naar de mannen te gaan.” Want aan kwaliteit, nog altijd geen gebrek. “Iemand met een goede pass, dribbel en inzicht. Ik neem graag risico en zoek altijd de voetballende oplossing.” Een typische zes dus. Die nog altijd barst van de ambitie. “Een BVO zal het niet meer worden, maar ik wil nog steeds een stap hogerop. Om te kijken wat het hoogst haalbare is.” Wellicht, opnieuw in het buitenland. “België of verder. Ik kon al eens naar Malta. Een nieuw avontuur, zou ik heel leuk vinden!”

Klik op Baronie voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Baronie voor meer informatie over de club.