‘Je moet er voor ze zijn en een band opbouwen’

0
61

Een band opbouwen, spelers op een leuke manier beter maken en teamgevoel creëren. Tony Grinwis geniet sinds een jaar of twee van zijn rol als jeugdtrainer bij WFB. Dusdanig, dat hij afgelopen seizoen besloot om een cursus te gaan doen. “Ik vind het gewoon heel erg leuk om met kinderen bezig te zijn.”

Dus toen zijn zoontje begon met voetballen, zag de 41-jarige Grinwis dan ook zijn kans schoon. “Een goede vriend van mij was toen trainer van de JO9, maar die zat ineens met zestien kinderen. Als het moet, wil ik wel helpen…” En zo geschiedde. “Ik vind voetbal sowieso interessant én het is gewoon heel erg leuk om met kinderen bezig te zijn. Daar krijg ik veel voldoening van.” Zowel op, als naast het veld. “Je wilt ze graag wat meegeven, ook op sociaal vlak.”

Competitiever

Een rol als jeugdtrainer, lijkt Grinwis dan ook op het lijf geschreven te zijn. Al klinkt dat logischer dan het daadwerkelijk is. “Ik deed vroeger zelf altijd aan zaalvoetbal, maar scheurde op mijn achttiende mijn kruisband af. Daar ben ik vervolgens drie keer aan geopereerd en daarna ben ik gaan fietsen.” Een connectie met WFB, had de inwoner van Ouddorp op voorhand dan ook niet. “Toch kende ik al wel een hoop mensen en vooral de sociale contacten zijn leuk. Mede daardoor wil ik er graag mee doorgaan.” Twee jaar geleden begonnen dus, bij de JO9. Als trainer van zijn zoontje. “Hij neemt gelukkig nog wel dingen van me aan. En thuis, proberen we het niet al te veel over de voetbal te hebben. Het moet natuurlijk geen obsessie worden.” Want aan fanatisme bij Grinwis, geen gebrek. “Vanuit de club kregen we de vraag wie het leuk zou vinden om de VC1-cursus te gaan doen, dus die heb ik afgelopen seizoen gehaald.” Een leerzame ervaring, zo vertelt hij. “Je leert ook weer andere trainers kennen, om mee te overleggen of eens een oefenwedstrijd af te spreken.” Tegenwoordig samen met Dennis Roos en Erwin Tanis verantwoordelijk voor de JO10, ligt de lat dan ook hoog. “We willen als vereniging met de eerste elftalletjes van iedere lichting, toch wel kijken wat er mogelijk is. Het plezier staat altijd voorop, maar we willen graag het niveau wat opkrikken.” Een goede zaak, denkt Grinwis. “Eerst stond plezier hebben écht bovenaan, nu mag het ook wel wat competitiever zijn.” Want uiteindelijk hoort ook dat, bij ontwikkelen. “Je probeert die jongens op een leuke manier beter te maken. Ze zien groeien, blijft het mooiste wat er is.” En dat lukt niet, door alleen keihard te trainen. “Je moet naar ze luisteren, er voor ze zijn en echt een band opbouwen. Zodat ze voor je door het vuur willen gaan.” Juist op zaterdag. “Daarom moet je er een team van zien te maken.”

Boost geven

Voorlopig lukt dat laatste, best aardig. “Je ziet zoveel dingen terug waar we doordeweeks op hebben getraind. Dat merken die jongens zelf ook.” Grinwis, die tijdens wedstrijden vaak de rol van scheidsrechter op zich neemt, draagt daar op zijn eigen manier zijn steentje aan bij, legt hij uit. “Ik kan heel goed met die jongens omgaan. Vaak een dolletje, maar soms ook streng.” Ook tijdens trainingen. “We werken zoveel mogelijk vanuit een vaste basis. Dus een warming-up, een spelelement, techniek en partij. Ondanks dat ze techniek soms lastig of saai vinden, is dat wel heel belangrijk. Je wilt ze continu blijven prikkelen.” Zoals ook Grinwis, dat bij zichzelf blijft doen. “Ik heb al voor de VC2-opleiding gekeken, alleen past dat niet in combinatie met mijn werk.” Ambities, heeft de voormalig zaalvoetballer echter genoeg. “Of het nu bij mijn zoon of bij een ander team is, ik blijf zo lang mogelijk betrokken als jeugdtrainer.” Of als klankbord van de vereniging. “Bijvoorbeeld om ouders te helpen die training geven. Ook dat lijkt me heel leuk om te doen.” Alles met uiteindelijk maar één doel: “Ik heb écht het idee dat we de vereniging samen een stukje omhoog kunnen tillen. Zeker als we ook trainers kunnen gaan begeleiden en opleiden.” Helemaal, met het oog op de toekomst. “Het eerste elftal speelt nu in de vijfde klasse, dat is veel te laag.” Hoe Grinwis dat op de lange termijn zou willen veranderen? “Ik mis bij de jeugd soms nog wel een beetje die competitiedrang. Om echt te willen presteren. Dat mag van mij best een beetje meer zijn. Dus de vraag is: krijgen we de tijd om dat te ontwikkelen of blijven we wat we zijn?” Over een eventuele manier waarop, heeft Grinwis in ieder geval al nagedacht. “Het zou een mooi signaal zijn als er meer betrokkenheid zou zijn tussen de jeugd en de senioren. Dat jongens van het eerste bijvoorbeeld eens bij een training komen kijken en jeugdspelers bij een wedstrijd van het eerste. Dan krijgt de jeugd het gevoel, dat ze ook het eerste kunnen halen. Die wisselwerking, zou jonge jongens echt een boost kunnen geven!”

Klik op WFB voor de laatste artikelen over de club.
Klik op WFB voor meer informatie over de club.