‘Van elkaar eisen dat we voor een periode spelen’

0
133
VVGZ
VVGZ - De Alblas

Met een gelijkspel vlak voor de winterstop tegen kampioen IFC, werd voor tweedeklasser VVGZ het startsein gegeven voor een veel betere tweede seizoenshelft. En dus klom de ploeg van aanvoerder Mike Roodhorst van de elfde plaats, op naar plek zeven. Toch zat er dit seizoen volgens de verdediger eigenlijk nog veel meer in. “We hebben er het beste van gemaakt.”

Maar het beste, is wat Roodhorst (31) betreft niet goed genoeg. “Met het team wat we hebben, kan zevende worden eigenlijk niet. We moeten van elkaar eisen dat we bij de eerste vier of voor een periode spelen.” Al kon die doelstelling, dit seizoen al snel in de prullenbak, vertelt hij. “Rond de winterstop stonden we tiende of elfde, dat was absoluut niet wat we wilden. Daar hebben we het onderling ook echt wel over gehad.” Duidelijkere afspraken en meer besef, zorgden in het vervolg van de competitie uiteindelijk voor betere resultaten. “Het leek lange tijd ook een beetje tegen te zitten. We speelden wel goed, maar kregen dan toch net weer een lullige tegengoal. Vaak verloren we maar met één doelpunt verschil.”

Niet tevreden

Met 29 punten uit de laatste 18 duels, liep het de laatste maanden dan ook een stuk beter, bij de Zwijndrechtse ploeg. “Wat dat betreft kunnen we zeker tevreden zijn over de tweede seizoenshelft! Al begon het eigenlijk net voor de winterstop al, toen we gelijkspeelden tegen IFC. Maar ook daarna, is het heel goed gegaan.” Zijn verklaring? “We kregen sowieso weinig goals tegen, alleen moesten we meer gaan scoren. En we zijn met z’n allen hard blijven werken.” Want ook bij VVGZ, kregen ze op een gegeven moment wel last van degradatiezorgen, is Roodhorst eerlijk. “Daar hadden we het toevallig laatst nog met een aantal spelers over. De degradatie naar de tweede klasse doet nog steeds pijn. Ik zal toch niet twee keer degraderen? Denk je dan.” Zover kwam het gelukkig voor de rechtsback en heel VVGZ dus niet, desondanks kijkt hij terug op een teleurstellend seizoen. “We hebben er het beste van gemaakt, maar tevreden zijn we niet.” Helemaal niet als jongen van de club. “Ik ben hier begonnen op mijn twaalfde, in de D3. Vanaf mijn zeventiende, zit ik bij het eerste.” Relatief gezien vrij laat dus. “In mijn jeugd deed ik aan zwemmen, al voetbalde ik wel altijd op straat.” Dankzij vrienden, besloot Roodhorst toch ‘lekker’ bij VVGZ te gaan voetballen. “We spelen misschien niet het mooiste voetbal, maar zijn wel allemaal strijders en werken keihard. Dat maakt het zo mooi.” Tel daar een hoop gezelligheid bij op en de inwoner van Hendrik-Ido-Ambacht zit helemaal op zijn plek in Zwijndrecht. “Je groeit er in feite op en kent iedereen. Vroeger stond ik zelf altijd tussen de velden te voetballen terwijl het eerste speelde, dan is het mooi om daar nu zelf te staan.” Toch dacht Roodhorst er in 2014 aan, om de familieclub te verlaten, is hij eerlijk. “Ik zat steeds vaker op de bank, dus dacht wel bij mezelf: is dit het nou?”

Verantwoordelijk

Hoe anders is dat nu, in zijn tweede seizoen als aanvoerder. “Dat is iets waar ik echt wel trots op ben! Ik ben niet de meest tactische speler, maar moet het vooral hebben van mijn strijdlust.” En het regelen van dingen buiten het veld. “Wat dat betreft voel ik me ook wel een beetje verantwoordelijk voor de club. Dan maakt het niet uit of ik wel of niet die band heb.” Sowieso past Roodhorst zich makkelijk aan, lacht hij. “Ik ben ooit begonnen als nummer 10, iemand met veel snelheid en diepgang.” Tot de toenmalige rechtsback in 2015 geblesseerd raakte en trainer Gerrie Schaap vroeg of Roodhorst daar niet eens zou kunnen spelen. “Waarschijnlijk omdat ik rechtsbenig en snel ben.” Een nieuwe positie was geboren. “Daarna ben ik er nooit meer weggegaan!” Al is zijn spel hier en daar, wel wat veranderd, moet hij toegeven. “Ik ben meer van het aanvallen, dan het verdedigen. Maar vroeger haalde ik vaker de achterlijn. Dat wordt nu wat minder.” Toch kunnen ze ook volgend seizoen blijven genieten van zijn rushes langs de lijn. “Zolang mijn benen willen én ik het naar mijn zin heb, blijf ik lekker hier voetballen.” En het liefste, nog vijf jaar. “Dan bestaat VVGZ 100 jaar, dat zou natuurlijk wel het mooiste moment zijn om afscheid te nemen.” Goed voor zijn lichaam blijven zorgen, lijkt dan ook het devies. “Gelukkig heb ik weinig last van blessures en voorlopig voel ik mezelf nog fit. Al merk ik na een training wel dat ik wat meer last krijg van mijn enkels, knieën en rug.” Maar eerst, tijd voor een welverdiende zomerstop. “Ik hoop dat we de club weer terug kunnen brengen naar de eerste klasse. Er komen wat jongens bij, dus een periode moet lukken. Hopelijk kunnen we dat flikken met elkaar! Dan moeten we alleen wel iets beter beginnen dan dit seizoen…”

Klik op VVGZ voor meer artikelen over de club.
Klik op VVGZ voor meer informatie over de club.