Ramon den Otter begon op zes jarige leedtijd met voetballen bij Moerse Boys. “Ik zit al heel mijn leven bij deze mooie club en speel al acht jaar in de selectie elftallen”.
In tegenstelling tot vele andere keepers begon Den Otter al gelijk met keepen. “In mijn hele jeugd tot nu toe heb ik maar vier of vijf wedstrijden als veldspeler gevoetbald. De grootste reden waarom ik keeper ben geworden, is dat ik voor geen meter kon voetballen en het keepen lag mij gewoon echt een stuk beter”. We vroegen aan de doelman waar hij in uitblinkt. “Het is lastig om over jezelf te zeggen waar je heel goed in bent maar het is toch het meevoetballen. Ik ben een keeper die graag bij het spel betrokken is”.
Met de stelling ‘Keepers zijn gek’ is de jonge doelverdediger het niet mee eens. “We duiken in de lucht en naar de grond, mensen kunnen een bal tegen ons aanschieten en noemen ons daarom wel eens gek ja”. Den Otter is van mening dat je dan niet gek bent maar je moet gewoon tegen een stootje kunnen en niet bang voor de bal zijn. Volgens Den Otter kom je dan al een heel eind als doelman. Rituelen voor de wedstrijd heeft de doelman niet. “Ik doe gewoon mijn ding en zorg ervoor dat er geen bal door komt”.
Voor de keeper is dit eigenlijk een heel raar seizoen. “We hebben dit seizoen weinig minuten gemaakt op het voetbalveld. Desondanks hebben we wel kunnen trainen en heb ik ook gelukkig keeperstraining wat superleuk is”. Den Otter hoopt dat volgend seizoen het virus is ingedamd zodat er weer normaal gevoetbald kan gaan worden. “In de verre toekomst hoop ik ooit eerste keeper te mogen worden van de hoofdmacht van Moerse Boys. Dit wordt een hele lastige opgave maar als het lukt zou het geweldig zijn”.
Foto: Moerse Boys
Meer weten over Moerse Boys? Klik hier!
Klik hier voor meer artikelen over Moerse Boys.